Operation Manual

143
1-8. Veiligheidsinformatie
1
Voor het rijden
Als de airbags geactiveerd worden (zich vullen)
Het contact met een geactiveerde airbag kan leiden tot kneuzingen en schaafwon-
den.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de onderdelen
van de airbagmodule (stuurwielkussen, afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van de voor- en achterstijlen en het dak nog
heet zijn. De airbag zelf kan ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Voorwaarden voor activering airbag (airbags voor)
De airbags vóór worden pas geactiveerd bij een botsing die een bepaalde drem-
pelwaarde overschrijdt (te vergelijken met de kracht van een frontale aanrijding met
een snelheid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een muur die niet beweegt of ver-
vormt).
Deze drempelsnelheid kan echter veel hoger liggen als de auto een object raakt dat
kan bewegen en/of vervormen (geparkeerde auto, verkeersbord) of als u betrokken
raakt bij een ongeval waarbij de neus van de auto bijvoorbeeld onder een vrachtwa-
gen terechtkomt.
In bepaalde gevallen, bij aanrijdingen waarbij de deceleratie in voorwaartse richting
dicht bij de drempelwaarde ligt, kan het gebeuren dat de airbags voor en de gordel-
spanners niet gelijktijdig worden geactiveerd.
Voorwaarden voor activering airbag (side airbags en curtain airbags)
De side airbags en de curtain airbags worden geactiveerd bij een botsing die een
vooraf bepaalde drempelwaarde overschrijdt (te vergelijken met de kracht van een
auto van ongeveer 1.500 kg die de cabine van de auto raakt met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h vanuit een richting die loodrecht op de rijrichting van de auto
staat).