Operation Manual
154
1-8. Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje geplaatst wordt
Plaats vanwege veiligheidsredenen het zitje altijd achterin. In het geval dat de achter-
stoelen niet gebruikt kunnen worden, mag er een baby- of kinderzitje op de voorstoel
worden geplaatst, zolang de voorpassagiersairbag handmatig is uitgeschakeld.
Als de airbag niet handmatig is uitgeschakeld, kan de kracht die met het activeren
(opblazen) van de airbag gepaard gaat, ernstig letsel veroorzaken.
■ Als er geen baby- of kinderzitje op de passagiersstoel geplaatst is
Controleer of het airbagsysteem voor de passagier is ingeschakeld.
Als het systeem uitgeschakeld blijft, zal de airbag in geval van een aanrijding niet wor-
den geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.