Operation Manual
163
1-8. Veiligheidsinformatie
1
Voor het rijden
WAARSCHUWING
■ Voorzorgsmaatregelen bij veiligheidssysteem voor kinderen
● De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij hard rem-
men, is het gebruik van een veiligheidssysteem dat is afgestemd op de grootte en het
gewicht van het kind. Het vasthouden van een kind in de armen is geen vervanging
voor een veiligheidssysteem. Bij een ongeval kan het kind tegen de voorruit gedrukt
worden of klem komen te zitten tussen u en het dashboard.
● Lexus adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt baby- of kinderzitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterbank gemonteerd is. In ongevallen-
statistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen oplopen als zij op de
achterstoelen meerijden.
● Plaats nooit een baby- of kinderzitje tegen de rijrichting in op de voorpassagiersstoel
als de aan/uit-schakelaar van de passagiersairbag in stand ON staat. (Blz. 152)
Bij een ongeval kan de kracht waarmee de voorpassagiersairbag wordt opgeblazen
ernstig letsel bij het kind veroorzaken.
● Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voorstoel als het
niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinderzitje dat aan de bovenzijde vastge-
maakt moeten worden op de voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van
bovenste bevestigingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk omhoog
en naar achteren, omdat de voorpassagiersairbag met aanzienlijke snelheid en
kracht wordt geactiveerd. Hierdoor kan ernstig letsel ontstaan.