Operation Manual
173
1-8. Veiligheidsinformatie
1
Voor het rijden
WAARSCHUWING
■ Het correct vastzetten van het baby- of kinderzitje aan de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen vreemde
voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de gordel niet klem zit
achter het zitje. Controleer of het baby- of kinderzitje goed vastzit. Als het zitje niet ste-
vig vastzit, kan het kind of een andere passagier bij plotseling remmen, een plotselinge
uitwijkmanoeuvre of een ongeval ernstig letsel oplopen.