Operation Manual
179
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
WAARSCHUWING
■ Tijdens het rijden
● Zorg ervoor dat u voordat u wegrijdt blindelings het gas- en rempedaal kunt vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, kan de
onverwachte acceleratie leiden tot een ongeval, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
• Bij het achteruitrijden verdraait u uw bovenlichaam waardoor het bedienen van
de pedalen bemoeilijkt wordt. Zorg ervoor dat u de pedalen goed kunt bedienen.
• Zorg ervoor dat u altijd een juiste rijhouding aanneemt zelfs wanneer u de auto
slechts een klein stukje verrijdt. Hierdoor kunt u het rempedaal en gaspedaal
altijd op de juiste manier intrappen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Mogelijk reageert u trager met uw lin-
kervoet wat in een noodgeval tot een ongeval kan leiden.
● De bestuurder moet vooral goed letten op voetgangers als de auto alleen wordt aan-
gedreven door de elektromotor (tractiemotor). Omdat er geen motorgeluiden zijn,
kunnen voetgangers de beweging van de auto misschien onjuist inschatten.
● Rijd niet met de auto over brandbare materialen en parkeer de auto ook niet in de
buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen kunnen zeer heet worden. Wanneer er licht
ontvlambare materialen in de nabijheid zijn, kan er brand ontstaan.
● Laat de auto niet achteruit rollen als een vooruitversnelling is ingeschakeld of vooruit
rollen terwijl de selectiehendel in stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan een ongeval ontstaan of de auto beschadigd raken.
● Als u in de auto uitlaatgas ruikt, open dan de ruiten en controleer of de achterklep
gesloten is. Grote hoeveelheden uitlaatgas in de auto kunnen slaperigheid en uitein-
delijk de dood veroorzaken. Laat uw auto direct controleren door uw Lexus-dealer of
erkende reparateur.