Operation Manual

181
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
WAARSCHUWING
Rijden op een glad wegdek
Door plotseling remmen, accelereren en sturen kunnen de banden hun grip verlie-
zen, met controleverlies en mogelijk een ongeval tot gevolg.
Door abrupt schakelen van stand D naar B en door plotselinge toerentalverschillen
kan de auto in een slip raken met mogelijk een ongeval tot gevolg.
Trap na het rijden door een plas het rempedaal lichtjes in om ervoor te zorgen dat de
remmen goed werken. Door natte remblokken kan de remwerking afnemen. Rem-
men die aan één kant van de auto nat zijn en niet goed werken, kunnen de besturing
bemoeilijken met mogelijk een ongeval tot gevolg.
Wijzigen van de schakelstand
Zet de selectiehendel niet in een andere stand wanneer het gaspedaal ingetrapt is.
Door de schakelstand te wijzigen naar een andere stand dan P of N kan de auto plotse-
ling accelereren, waardoor een ongeval met ernstig letsel kan optreden.
Nadat u de schakelstand gewijzigd hebt, moet u de actuele schakelstand controleren
die op de positie-indicator in het instrumentenpaneel wordt weergegeven.
Als u een piepend of krassend geluid hoort (slijtage-indicatoren remblokken)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen door een
Lexus-dealer of erkende reparateur.
De remschijven kunnen beschadigd raken als de remblokken niet op tijd vervangen
worden.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de slijtagelimiet
gepasseerd zijn, is gevaarlijk.