Operation Manual

182
2-1. Rijprocedures
WAARSCHUWING
Bij stilstaande auto
Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de transmissie in een andere stand dan P of N staat, kan de auto onverwacht in
beweging komen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
Laat de motor niet langdurig stilstaan met het hybridesysteem ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg ervoor dat er
geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
Om ongevallen te voorkomen doordat de auto wegrolt, moet u altijd het rempedaal
ingetrapt houden terwijl het controlelampje READY brandt. Zet de parkeerrem vast,
indien nodig.
Tr a p t i j d e n s h e t stilstaan op een helling het rempedaal in en activeer de parkeerrem
om te voorkomen dat de auto voor- of achteruit rolt en een aanrijding veroorzaakt.
Vermijd een te hoog motortoerental.
Als de motor met een te hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het uitlaat-
systeem oververhit raken en kan er brand ontstaan als er brandbare materialen in de
buurt zijn.