Operation Manual

183
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
WAARSCHUWING
Als de auto geparkeerd is
Zorg dat u de parkeerrem activeert en dat u stand P selecteert.
Anders kan de auto plotseling in beweging komen of plotseling accelereren als het
gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt. Zorg er verder bij het verlaten van de auto
voor dat u het hybridesysteem uitschakelt en de auto vergrendelt.
Ook als de hybrideauto gereed is om weg te rijden, kunnen geluiden of trillingen niet
opgemerkt worden (wanneer het controlelampje READY brandt).
Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto liggen als
deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt; bovendien kan de vloeistof kortsluiting in elektrische componenten
in de auto veroorzaken.
Laat nooit sigarettenaanstekers achter in de auto. Als een aansteker zich in het dash-
boardkastje of op de vloer bevindt, kan deze per ongeluk gaan branden als bagage
wordt ingeladen of een stoel wordt ingesteld en zo brand veroorzaken.
Bevestig geen plakschijven op de voorruit of op andere ruiten. Plaats geen luchtver-
frissers of andere reservoirs op het instrumentenpaneel of dashboard. Plakschijven
en flesjes kunnen als een lens werken en brand veroorzaken in de auto.
Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas is bedekt met een gemetalli-
seerde film bijvoorbeeld een zilverkleurige. Door gereflecteerd zonlicht kan het glas
werken als een lens en brand veroorzaken.