Operation Manual

184
2-1. Rijprocedures
WAARSCHUWING
Als de auto geparkeerd is
Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor draait en ook niet net na het uitzetten van de
motor.
De uitlaat is heet waardoor u zich kunt branden.
Laat de motor niet draaien op een plaats waar sneeuw de afvoer van de uitlaatgassen
zou kunnen hinderen. Als zich sneeuwbanken rond de auto hebben gevormd terwijl
het hybridesysteem in werking is, kan uitlaatgas in de auto binnendringen. Dit is
gevaarlijk voor uw gezondheid en kan mogelijk de dood tot gevolg hebben.
Uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO), een kleurloos en reukloos
gas. Dit is gevaarlijk voor uw gezondheid en kan mogelijk de dood tot gevolg hebben.
Schakel het hybridesysteem uit als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte
bevindt. In een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen zich verza-
melen en de auto binnendringen. Dit kan koolmonoxidevergiftiging veroorzaken en
mogelijk de dood tot gevolg hebben.
Het uitlaatsysteem moet regelmatig worden gecontroleerd. Laat uw auto nakijken
door een Lexus-dealer of erkende reparateur bij gaten of scheuren door corrosie of
beschadigingen aan verbindingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaat-
systeem. Anders zouden er uitlaatgassen in de auto terecht kunnen komen, wat kan
resulteren in een koolmonoxidevergiftiging.