Operation Manual
243
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
■ Automatisch uitschakelen van cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende situaties onderbro-
ken.
● De werkelijke rijsnelheid zakt meer dan ca. 16 km/h onder de geprogrammeerde
rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
WAARSCHUWING
■ Om onbedoeld inschakelen van de cruise control te voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als de cruise control niet wordt
gebruikt.
■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile hellingen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de ingestelde snelheid overschrij-
den.
● Bij slepen in een noodgeval