Operation Manual

245
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregeling)
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de adap-
tieve cruise control gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de
hendel naar beneden om de snel-
heid in te stellen.
SET (ingesteld) wordt weergege-
ven.
De rijsnelheid op het moment dat
de schakelaar wordt losgelaten,
wordt de geprogrammeerde
snelheid.
STAP 1
STAP 2