Operation Manual
276
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
WAARSCHUWING
■ Omstandigheden die invloed hebben op het Rear View Monitor-systeem
● Als de achterkant van de auto is geraakt, kunnen de positie en de bevestigingshoek
van de camera veranderd zijn. Laat uw auto controleren door uw Lexus-dealer of
erkende reparateur.
● Bij snelle temperatuurveranderingen, bijvoorbeeld wanneer er bij koud weer warm
water over de auto wordt gegoten, werkt het systeem mogelijk niet goed.
● Als de camera vuil is, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen. Reinigen met
water en droogwrijven met een zachte doek. Reinig de cameralens als deze erg vuil
is met een mild schoonmaakmiddel en spoel hem af.
● Als het systeem koud is, kan het weergegeven beeld donkerder worden en kunnen
bewegende beelden licht vervormd raken.
● Zorg ervoor dat er geen krachtige waterstralen tegen de camera of het gebied
rondom de camera komen. Hierdoor kunnen storingen optreden in de camera.
● Zorg ervoor dat er geen organische oplosmiddelen, autowas, ruitenreiniger of rui-
tencoating op de lens terechtkomt. Verwijder dergelijke stoffen zo snel mogelijk van
de lens.
● De camera is waterdicht afgesloten. Verwijder, demonteer of wijzig hem daarom niet.
Anders kan hij onjuist gaan werken.
● Stoot niet tegen de camera aan en zorg ervoor dat deze geen zware klappen te ver-
duren krijgt; de positie en de montagehoek van de camera kunnen hierdoor verande-
ren.
● Wrijf de cameralens niet op ruwe wijze schoon en gebruik daarbij geen harde borstel
of schuurmiddel. Hierdoor kan de lens beschadigd raken hetgeen een negatief effect
heeft op het weergegeven beeld.