Operation Manual

27
1-1. Hybridesysteem
1
Voor het rijden
Bij stilstand/tijdens wegrijden
Als de auto stilstaat, is de benzinemotor uit*. Bij het wegrijden wordt de
auto aangedreven door de elektromotor (tractiemotor). Bij het rijden
met lage snelheid of bij het afrijden van een flauwe helling wordt de
benzinemotor uitgezet* en wordt de elektromotor gebruikt.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket
(tractiebatterij) niet opgeladen. Schakel daarom stand P in wanneer de
auto stilstaat. Gebruik daarnaast bij het rijden in druk verkeer stand D
of B.
*:Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) echter opgeladen moet
worden of bij het opwarmen van de motor, wordt de benzinemotor
mogelijk niet automatisch uitgezet.
Tijdens normaal rijden
Tijdens normaal rijden wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de
benzinemotor. De elektromotor (tractiemotor) laadt indien nodig het
batterijpakket op.
Bij krachtig accelereren
De energie van het batterijpakket (tractiebatterij) wordt toegevoegd
aan de energie die de benzinemotor levert via de elektromotor (trac-
tiemotor).
Tijdens het remmen (regeneratief remmen)
De elektromotor (tractiemotor) laadt het batterijpakket (tractiebatterij)
op.