Operation Manual

279
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
Als de VSC-/TRC-systemen in werking zijn
Als er een kans op slip of doorslip-
pen van de aangedreven wielen
bestaat, gaat het controlelampje
Traction Control knipperen om aan
te geven dat de VSC-/TRC-syste-
men in werking zijn.
Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door de ABS, Brake Assist, VSC en
TRC
In de motorruimte kan een geluid hoorbaar zijn als het hybridesysteem wordt
gestart, kort nadat de auto begint te rijden, als het rempedaal krachtig of herhaalde-
lijk wordt ingetrapt of 1 - 2 minuten nadat het hybridesysteem is gestopt. Dit duidt
niet op een defect in een van deze systemen.
De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor
hoorbaar zijn.
Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeersys-
teem geactiveerd is.
Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblokkeersys-
teem geactiveerd is.
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Beperkte bekrachtiging door EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door de elektrische stuurbekrachtiging wordt gereduceerd
om het systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd fre-
quent wordt gestuurd. Hierdoor kan de besturing zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de auto tot stilstand en zet het hybridesys-
teem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10 minuten weer normaal werken.