Operation Manual

304
3-1. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht stroomt en de aanjagersnelheid wor-
den automatisch geregeld op basis van de ingestelde temperatuur.
Auto's met navigatiesysteem
Raadpleeg de “Handleiding navigatiesysteem”.
Auto's zonder navigatiesysteem
Toet s AU TO
(automatische stand)
Toet s O F F
Toetsen aanjagersnelheid
Voorkeuzetoets uitstroomopening
Luchttoevoertoets
Toet s a i rc ond i t i on i n g
AAN/UIT
Toet s D UA L
(gescheiden bediening)
Toetsen temperatuurregeling
bestuurderszijde
We e r gav e
aanjagersnelheid
Display temperatuur
bestuurderszijde
Toet s
voorruitverwarming
Toetsen temperatuurregeling passagierszijde
We e r gav e
uitstroomopeningen
Display temperatuur
passagierszijde
Toets voor
pollenverwijdering