Operation Manual

305
3-1. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
3
Interieur
Gebruik van automatische airconditioning
Druk op de toets .
De airconditioning wordt ingeschakeld. De uitstroomopeningen
waaruit de lucht stroomt en de aanjagersnelheid worden automa-
tisch geregeld op basis van de ingestelde temperatuur.
Druk op om de temperatuur te verhogen en op om
de temperatuur te verlagen.
Als er op de toets wordt gedrukt (het controlelampje op de toets
gaat branden) of als er op de toets temperatuurregeling passa-
gierszijde wordt gedrukt, kunnen de temperatuur aan de zijde van de
bestuurder en aan de zijde van de passagier afzonderlijk worden geregeld.
STAP 1
STAP 2