Operation Manual
310
3-1. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
Afstellen van de stand en de mate van opening van de uitstroomopeningen
Uitstroomopeningen midden voor
Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden.
Draai aan de knop om de uit-
stroomopening te openen of te
sluiten.
Uitstroomopeningen voor
Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden.
Draai aan de knop om de uit-
stroomopening te openen of te
sluiten.
■ Instellingen airconditioning
Wanneer het contact AAN wordt gezet, zal de airconditioning dezelfde instellingen
gebruiken als toen het contact de laatste keer UIT werd gezet.
De individuele instellingen van de airconditioning zijn opgeslagen in de elektronische
sleutel, zodat de instellingen overeenkomen met de instellingen die in de gebruikte
sleutel zijn opgeslagen.