Operation Manual
51
1
Voor het rijden
1-3. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Smart entry-systeem met startknop
*
: Indien aanwezig
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de elektronische
sleutel (of de sleutelkaart) bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak.
(De bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.)
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (Blz. 52)
Starten en stoppen van het hybridesysteem (Blz. 188)