Operation Manual

538
4-3. Zelf onderhoud en controles uitvoeren
LED-lampen
De dimlichten (LED), de parkeerlichten voor, de dagrijverlichting, de richtingaanwijzers
opzij, de rem-/achterlichten en het derde remlicht bestaan uit een serie LED's. Als er
LED's doorgebrand zijn, laat de auto dan door een Lexus-dealer of erkende reparateur
repareren.
Condensvorming in de koplampen
Neem in de volgende gevallen contact op met een Lexus-dealer of erkende reparateur
voor meer informatie. Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van het koplampglas is
normaal.
Als er erg veel condens aan de binnenzijde van het koplampglas zit.
Als zich een plasje water in de lamp heeft gevormd.
Bij het vervangen van de lampen
Blz. 523
WAARSCHUWING
Vervangen van lampen
Schakel de verlichting uit. Wacht na het uitschakelen van de verlichting tot de lampen
zijn afgekoeld.
De lampen kunnen erg heet worden en brandwonden veroorzaken.
Raak het glas van de halogeenlamp niet aan met blote handen. Houd een lamp alleen
vast bij de kunststof of metalen lampvoet.
Als een halogeenlamp een kras heeft of is gevallen, kan deze defect raken of breken.
Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips goed vastzitten. Anders kan de lamp door
oververhitting beschadigd raken, kan brand ontstaan of kan de koplamp gaan lekken.
Hierdoor kunnen de koplampen beschadigd raken en kan condensvorming in de
koplamp optreden.
Om schade en brand te voorkomen
Controleer of de lampen en borgclips goed vastzitten.