Operation Manual

58
1-3. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Aanwijzing voor het vergrendelen van de portieren
Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, duurt het
mogelijk even voordat de portieren worden vergrendeld of worden de portieren
mogelijk helemaal niet vergrendeld. Doe uw handschoenen uit en raak de vergren-
delsensor nogmaals aan.
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het detec-
tiegebied bevindt, wordt het portier mogelijk herhaaldelijk vergrendeld en ontgren-
deld. Zorg ervoor dat de sleutel zich op ten minste 2 m van de auto bevindt terwijl
deze wordt gewassen. (Zorg ervoor dat de sleutel niet wordt gestolen.)
Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt tij-
dens het wassen van de auto nat, wordt er mogelijk een waarschuwing weergege-
ven op het multi-informatiedisplay en klinkt er buiten de auto een zoemer.
Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt
deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde van de portiergreep.
Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het portier krassen.
Zorg ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet beschadigd raken.