Operation Manual
178
3-3. Verstellen van de stoelen
Rugleuning naar voren kantelen
Rugleuning naar achteren kan-
telen
Stoel naar voren schuiven
Stoel naar achteren schuiven
■ Power Easy Access-systeem
De bestuurdersstoel en het stuurwiel worden automatisch versteld in overeenstem-
ming met de stand van het contact en de toestand van de veiligheidsgordel van de
bestuurder. De passagiersstoel wordt versteld wanneer het passagiersportier wordt
geopend. (→Blz. 185)
Schakelaars stoelverstelling aan de zijkant van de voorpassa-
giersstoel (indien aanwezig)
1
2
3
4
WAARSCHUWING
■ Wanneer de positie van de stoel wordt versteld
● Let er bij het verstellen van de positie van de stoel op dat de stoel de overige inzit-
tenden van de auto niet raakt omdat deze hierdoor wellicht letsel op zouden kun-
nen lopen.
● Houd uw handen niet onder de stoel of in de buurt van bewegende onderdelen,
om letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld kunnen raken in het stoelmechanisme.
■ Stoelen verstellen
Zet de rugleuning niet verder achterover dan noodzakelijk, om te voorkomen dat
u in het geval van een aanrijding onder het heupgedeelte van de veiligheidsgordel
door schiet.
Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een aanrijding het heupgedeelte
over uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel kracht op uw buik wordt uitge-
oefend, of kan het schoudergedeelte van de gordel in contact komen met uw nek,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de stoel niet tijdens het rijden, aangezien de stoel dan onverwachts kan
bewegen. Daardoor kan de bestuurder de controle over de auto verliezen.