Operation Manual

181
3
3-3. Verstellen van de stoelen
Bediening van elk onderdeel
Ergonomisch geheugen
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Zet het contact AAN.
Zet de bestuurdersstoel, het stuurwiel en de buitenspiegels in de
gewenste positie. (Zet de passagiersstoel in de gewenste stand wan-
neer u ook deze stand in het geheugen wilt opslaan.)
Druk op de toets SET en druk
vervolgens binnen 3 seconden
op knop 1, 2 of 3, totdat er een
pieptoon hoorbaar is.
Als er onder de gekozen toets al een
instelling was opgeslagen, zal deze
worden overschreven.
De rijpositie die uw voorkeur heeft (de positie van de bestuurdersstoel,
het stuur en de buitenspiegels), kan met een druk op de knop in het
geheugen worden opgeslagen en weer worden ingesteld. Deze functie
kan ook automatisch worden geactiveerd als de portieren worden ont-
grendeld.
Er kunnen drie verschillende rijposities worden opgeslagen in het
geheugen.
De voorpassagiersstoel is voorzien van dezelfde knoppen, waarmee de
stand van de passagiersstoel kan worden opgeslagen (indien aanwezig).
Invoeren van een positie in het geheugen
1
2
3
4