Operation Manual
227
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
Startknop
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
wordt op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet worden gestart.
Druk de startknop in.
Blijf het rempedaal ingetrapt houden
tot het hybridesysteem volledig
gestart is.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de stand van het
contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5