Operation Manual

252
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
RX 450h_EE
Selecteren van de conventionele constante-snelheidsregeling
De constante-snelheidsregeling is anders dan de afstandsregeling. Wan-
neer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de auto met
een ingestelde snelheid rijden, ongeacht of zich voorliggers op de rijbaan
bevinden.
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Schakel de constante-snel-
heidsregeling in.
(Duw de hendel naar voren en
houd de hendel in die stand
ongeveer 1 s vast.)
Het controlelampje van de con-
stante-snelheidsregeling gaat
branden.
Als u tijdens de constante-snel-
heidsregeling terug wilt keren naar
de afstandsregelmodus, drukt u de
hendel weer naar voren en houdt u
hem ongeveer 1 seconde vast.
Nadat de gewenste snelheid is
ingesteld, kunt u niet terugkeren
naar de afstandsregelmodus.
Als het contact UIT en vervolgens
weer AAN wordt gezet, wordt
automatisch de afstandsregeling
weer ingesteld.
Wijzigen van de geprogram-
meerde snelheid: Blz. 247
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling: Blz. 249