Operation Manual
71
1-3. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
1
Voordat u gaat rijden
RX 450h_EE
■ Bedieningssignalen
Por tieren:
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn vergren-
deld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Elektrisch bedienbare achterklep (indien aanwezig):
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de achterklep wordt geopend/gesloten.
Ruiten en schuifdak:
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten en het schuifdak geopend wor-
den.
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als een portier niet volledig gesloten is, klinkt er constant een zoemer als gepro-
beerd wordt de portieren te vergrendelen. Sluit het portier volledig om de zoemer
uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■ Beveiligingsfunctie
→Blz. 53
■ Bediening achterklep
De achterklep wordt niet automatisch vergrendeld nadat de klep geopend en ver-
volgens gesloten is. Vergrendel de achterklep opnieuw wanneer u de auto verlaat.
■ Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt ingeschakeld als de afstandsbediening wordt gebruikt om
de portieren te vergrendelen.
(→Blz. 133)
■ De bediening van de elektrisch bedienbare achterklep ongedaan maken (auto's
met een elektrisch bedienbare achterklep)
Wanneer de toets van de afstandsbediening tijdens de bediening van de elektrisch
bedienbare achterklep nogmaals wordt ingedrukt, wordt de bediening ongedaan
gemaakt.
■ Omstandigheden die de werking van het systeem kunnen beïnvloeden
→Blz. 54
■ Als de afstandsbediening niet goed werkt
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: gebruik de mechanische sleutel.
(→Blz. 598)