Operation Manual
Table Of Contents
- Gebruikershandleiding
- Inhoudsopgave
- LICENTIE
- MONTEREN EN VOORBEREIDEN
- DE MONITOR GEBRUIKEN
- Gebruikersinstellingen
- Problemen oplossen
- SPECIFICATIES

23
NLD
NEDERLANDS
Gebruikersinstellingen
Picture Adjust Brightness De helderheid van het beeldscherm aanpassen.
Contrast Het contrast van het beeldscherm aanpassen.
Sharpness
(Scherpte)
Hiermee stelt u de scherpte van het scherm in.
SUPER
RESOLUTION+
High (Hoog) De geoptimaliseerde fotokwaliteit wordt weergegeven wanneer een gebruiker
kristalheldere foto’s wenst. Het is effectief voor video of spellen van hoge
kwaliteit.
Middle
(Gemiddeld)
De geoptimaliseerde beeldkwaliteit wordt weergegeven wanneer een gebruiker
beelden tussen lage en hoge standen comfortabel wil bekijken. Het is effectief
bij UCC of SD video.
Low (Laag) De geoptimaliseerde beeldkwaliteit wordt weergegeven wanneer een gebruiker
vloeiende en natuurlijke beelden wil verkrijgen. Het is effectief voor langzaam
bewegende foto’s of stilstaande beelden.
Off (Uit) Selecteer deze optie voor het dagelijks bekijken. SUPER RESOLUTION+ is in
deze modus uitgeschakeld.
OPMERKING
y
Wegens dit is een functie om de scherpte van lage resolutie foto's te verhoger, is het
niet aangeraden om de functie voor normale tekst of pictogrammen op het bureaublad
te gebruiken . Dat kan leiden tot onnodig hoge scherpte.
Black Level
(Zwartniveau)
Hiermee stelt u de verschuiving in (alleen voor HDMI).
y
Offset: is een referentie voor een videosignaal, nl. de donkerste kleur die de monitor kan weer-
geven.
High (Hoog) Behoudt de huidige contrastverhouding van het beeldscherm.
Low (Laag) Verlaagt het zwartniveau en verhoogt het witniveau ten opzichte van de huidige
contrastverhouding van het scherm.
DFC On (Aan)
Hiermee wordt de helderheid automatisch aan het scherm aangepast.
Off (Uit)
Hiermee wordt de functie DFC uitgeschakeld.
Game Adjust
Response
Time
(Reactietijd)
Hiermee stelt u de reactietijd voor weergegeven beelden in op basis van de snelheid van het scherm.
Voor een normale omgeving wordt de instelling Fast aanbevolen. Voor een snel bewegend beeld
wordt de instelling Faster aanbevolen.
Wanneer Faster is ingesteld, treedt mogelijk beeldinbranding op.
Faster
(Sneller)
Hiermee stelt u de reactiesnelheid Faster in.
Fast (Snel) Hiermee stelt u de reactiesnelheid Fast in.
Normal
(Normaal)
Hiermee stelt u de reactiesnelheid Normal in.
Off (Uit)
Hiermee stelt u de reactiesnelheid Off in.