Operation Manual

Uw droger gebruiken
12
U
F
w droger gebruiken
5. Sluit de deur.
Alvorens de deur te sluiten, moet u controleren
of alle kledingstoffen goed in de trommel liggen
en of er rond de deur geen vreemde voorwerpen,
vooral ontvlambare, geklemd zitten.
6. Kies de gewenste droogcyclus.
Kies een cyclus door de programmaknop te
draaien tot het gewenste programma wordt
aangegeven Indien u enkel de knop Start/Pause
indrukt zonder een cyclus te kiezen, start de
droger met de cyclus Kast droog
[Raadpleeg de cyclusselectietabel (pagina 10)
voor meer informatie].
7. Druk op de Start-knop.
U hoort de trommel draaien.
8. Na het drogen, de deur openen en
het wasgoed uit de droger nemen.
Opgepast! De droger kan nog erg warm zijn.
(De droogtijd varieert afhankelijk van de gekozen
cyclus of opties.)
9. Reinig de pluisjesfilters en ledig
de watercontainer.
De pluisjesfilter reinigen na elke droogbeurt.
10. De droger uitschakelen.
Druk op de knop ‘‘Aan/UIT‘‘.
Kies de
gewenste
cyclus.
Haal de
was uit de
droger.
Reinig de
pluisjesfilter
van de deur.
Reinig de
onderste
pluisjesfilter.