Operation Manual

INTRODUCTION
8
NEDERLANDS
NEDERLANDS
INSTALLATIE
8
Installatie
Gebruikstoepassingen Van Het Apparaat
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik
en vergelijkbare toepassingen, zoals:
personeelskeukens van winkels, kantoren en
andere werkomgevingen en,
agrarische bedrijven. Tevens is het geschikt
voor gebruik door klanten in hotels, motels en
andere overnachtingsgelegenheden,
bed-and-breakfasts en dergelijke,
cateringbedrijven en vergelijkbare toepassin-
gen buiten de detailhandel.
Klimaatklasse
Dit apparaat is geschikt voor een beperkt tempera-
tuurgebied, afhankelijk van de klimaatzone. Gebruik
het apparaat niet bij een temperatuur buiten dit
gebied. De klimaatklasse van uw apparaat is vermeld
op het etiket met technische gegevens dat aan de
binnenzijde van het diepvriesvak is aangebracht.
Klasse Symbool
Bereik
omgevingstemperatuur in °C
Uitgebreid
gematigd
SN +10 ~ +32
Gematigd N +16 ~ +32
Subtropisch ST +16 ~ +38
Tropisch T +16 ~ +43
Installatie
1. Kies een goed plaats. Plaats de koel-en vries-
combinatie op een plaats waar u het apparaat
makkelijk kan gebruiken.
2. Plaats het apparaat niet in de nabijheid van
warmtebronnen, in rechtstreeks zonlicht of
vochtigheid.
3. Om een goede luchtcirculatie rond de koel/
vries combinatie te garanderen, zorgt u dat er
voldoende ruimte aan de zijkanten als ook aan
de bovenkant is en zorg voor een ruimte van
minstens 5 cm van de muur aan de achterkant.
4. Om trillingen te vermijden, moet het apparaat
waterpas staan. Pas indien nodig de water-
passchroeven aan om een ongelijke vloer te
corrigeren. De voorzijde van het apparaat zou
lichtjes hoger moeten staan dan de achter-
zijde. Dit zorgt ervoor dat de deur makkelijker
dicht gaat. Wanneer u de kast lichtjes kantelt,
kan u gemakkelijk aan de waterpasschroeven
draaien. Draai de waterpasschroeven in met
de wijzers mee ( ) om het apparaat hoger
te zetten en in tegen de wijzer in ( ) om het
lager te zetten.
5. Maak de koel-en vriescombinatie grondig
schoon en verwijder alle stof als gevolg van
het transport.
6. Plaats de accessoires zoals het ijsblokjesbakje,
etc. op de daartoe voorziene plaats. Deze ac-
cessoires zijn samen verpakt om beschadiging
tijdens het vervoer te vermijden.
7. Sluit het voedingssnoer (of de stekker) aan
op het stopcontact. Plaats slechts één enkel
toestel per stopcontact.
8. Laat voldoende ruimte aan de zijkanten, bo-
venen onderkant van de koel-vriescombinatie
om te zorgen voor de juiste luchtcirculatie. Zet
hiervoor de afstandsdoppen in de bovenste
hoeken van de achterplaat van het appa-
raat zoals getoond op tek. 1. De doppen (2)
bevinden zich in de la in de cel van de koel-
vriescombinatie.
WALL
1
2
Tek. 1. Druk de stopper (2) tot het eind
op deel (1).
Tek. 2. Duw de koelkast naar de muur.
Opstarten
Laat de koel-en vriescombinatie 2 tot 3 uur stabilise-
ren in een normale werkingstemperatuur voor u het
toestel vult met verse of ingevroren voedingswaren.
Indien het voedingssnoer uit het stopcontact werd
gehaald, laat het toestel dan 5 minuutjes rusten voor
u het opnieuw opstart. Nu is de koel-en vriescombi-
natie klaar voor gebruik.