Owner's Manual
NEDERLANDS
86
Om gebruik te maken van de data- of faxdienst, moet u over de
nodige communicatiesoftware beschikken, zoals een data- of
faxprogramma. Voor u deze functies gebruikt, moet u de telefoon
aan een computer aansluiten of u moet nagaan of uw telefoon
verbonden is met een compatibel toestel.
Data- of faxoproepen verzenden
1. Sluit uw computer op de telefoon aan.
2. Nadat u de communicatiesoftware heeft opgestart, belt u het
nummer en verzendt u data of een fax.
3. Na de data- of faxtransmissie kunt u de oproep beëindigen door
de communicatiesoftware uit te zetten, door op
E [Einde] te
drukken of door de klep te sluiten.
Data- of faxoproepen ontvangen
Indien u verschillende nummers heeft voor spraak-, data- en
faxoproepen, dan zal uw telefoon het type oproep automatisch
herkennen.
Data- of faxoproepen ontvangen – verschillende nummers
Wanneer u gebruik maakt van een data- of faxservice, wordt er op
het scherm weergegeven welk type oproep u ontvangt.
Om een data- of faxoproep te ontvangen
1. Sluit uw computer op de telefoon aan.
2. Nadat u de communicatiesoftware heeft opgestart, neemt u een
oproep aan en kiest u voor het ontvangen van data of een fax (als
deze niet automatisch wordt ontvangen).
3. Na de data- of faxontvangst kunt u de oproep beëindigen door de
communicatiesoftware uit te zetten, door
E [Einde] te drukken
of door de klep te sluiten.
Hoe data- en faxoproepen gebruiken?
Bijkomende functies