Handleiding voor Writer Hoofdstuk 1 Starten met Writer Documentatie voor LibreOffice is beschikbaar op www.nl.libreoffice.org/ondersteuning/documentatie/ en www.odfauthors.
ii Starten met Writer
Auteursrechten Dit document is onder auteursrecht © 2010 – 2015 van de bijdragers die hieronder zijn genoemd. U mag het verspreiden en/of aanpassen met inachtneming van de condities van GNU General Public License (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html), versie 3 of hoger of de Creative Commons Attribution License (http://creativecommons.org/licenses/by/4.0), versie 4 of hoger. Alle handelsmerken in deze gids zijn eigendom van de rechtmatige eigenaars.
Opmerking voor gebruikers van Mac Sommige toetsaanslagen en menu-items zijn anders op een Mac dan in Windows en Linux. De tabel hieronder geeft enkele algemene vervangingen voor de instructies in dit hoofdstuk. Voor een meer gedetailleerde lijst, bekijk de Help van deze toepassing.
Inhoudsopgave Auteursrechten...........................................................................................................................................iii Opmerking voor gebruikers van Mac..........................................................................................................iv Wat is Writer?............................................................................................................................................. 7 Delen van het hoofdvenster van Writer....
vi Starten met Writer
Wat is Writer? Writer is de component voor tekstverwerking van LibreOffice.
1 Titelbalk 3 Werkbalk Standaard 2 Menubalk 4 Werkbalk Opmaak 5 Statusbalk Afbeelding 1: Onderdelen van het hoofdvenster van Writer Titelbalk De Titelbalk bevindt zich aan de bovenzijde van het venster van Writer en geeft de bestandsnaam van het huidige document weer. Als het document gemaakt is en het document nog geen naam heeft, zal de naam van het document als 'Geen titel X' verschijnen, waarbij X een getal is. Menu's De Menubalk bevindt zich net onder de Titelbalk.
De bovenste vastgezette werkbalk, net onder de Menubalk, is de werkbalk Standaard. Die wordt in de componenten van LibreOffice (Writer, Calc, Draw, Impress) consistent gebruikt. De tweede werkbalk bovenaan is context-afhankelijk. Als er bijvoorbeeld met tekst wordt gewerkt, wordt de werkbalk Opmaak getoond. Als de cursor bijvoorbeeld op een afbeelding staat, wordt de werkbalk Opmaak getoond en wordt de werkbalk Tekening, als vastgezette werkbalk onderaan het scherm, getoond.
Afbeelding 3: Handvatten waarmee vastgezette werkbalken verplaatst kunnen worden Klik op de titelbalk en sleep het geheel naar een nieuwe locatie om een zwevende werkbalk te verplaatsen. Afbeelding 4: Titelbalk van een zwevende werkbalk vastnemen om deze te verplaatsen Zwevende werkbalken Sommige werkbalken die vanuit het menu Beeld geactiveerd worden zullen als zwevende werkbalken verschijnen.
• Als u op deze knop klikt om het venster te tonen, zal het venster zichtbaar blijven totdat u • het handmatig weer verbergt (met dezelfde knop). Als u het venster toont door op de rand van het venster te klikken, maar niet op de knop, activeert u de functie AutoVerbergen. Met de functie AutoVerbergen kunt u een verborgen venster tijdelijk zien door op de rand te klikken. Wanneer u in het document klikt wordt het vastgezette venster weer verborgen.
Afbeelding 8: Zichtbare knoppen selecteren Klikken met rechts - (context-) menu's Klik met rechts op een alinea, afbeelding of een ander object om een contextmenu te openen. Vaak is de contextmenu de snelste en eenvoudigste manier om een functie te bereiken. Als u niet zeker weet waar in de menu's of werkbalken een functie is geplaatst, kunt u ze vaak vinden door met rechts te klikken. Linialen Linialen zijn standaard beschikbaar. Kies Beeld > Liniaal om de linialen weer te geven of te verbergen.
1 Paginanummer 4 Taal 2 Aantal woorden en tekens 5 Modus overschrijven 3 Pagina-opmaakprofiel 6 Selectiemodus 7 Wijzigingsstatus Afbeelding 10: Linkergedeelte van de statusbalk 1 Digitale handtekening 3 Scherm Lay-out 2 Objectinformatie 4 Zoom-schuifbalk 5 Zoompercentage Afbeelding 11: Rechtergedeelte van de statusbalk Paginanummer Toont het huidige paginanummer, het volgnummer van de huidige pagina (indien afwijkend van het paginanummer) en het totaal aantal pagina's in het document.
Taal Toont de taal op de cursorpositie of voor de geselecteerde tekst, die voor spellingscontrole, afbrekingsregels en woordenlijst wordt gebruikt. Klik erop om een menu te openen, waar u een andere taal voor de geselecteerde tekst of voor de alinea waar de cursor staat kunt kiezen. U kunt ook Geen (geen spellingscontrole ) kiezen om de spellingscontrole uit te zetten of kies Meer om het dialoogvenster Teken te openen.
Object Weergegeven informatie Geopend dialoogvenster Afbeelding Grootte en positie Afbeelding Lijstitem Niveau en lijstopmaakprofiel Nummering/opsommingstekens1 Kop Niveau overzichtsnummering Nummering/opsommingstekens1 Tabel Naam of nummer en celverwijzing van cursor Tabelindeling Sectie Naam van de sectie Secties bewerken Andere (Leeg) Velden Weergavelay-out Klik op een pictogram om tussen weergave van één pagina, pagina's naast elkaar en boekmodus te wisselen.
Zijbalk Ga naar Beeld > Zijbalk op de Menubalk om de Zijbalk te activeren. De Zijbalk van Writer is aan de rechterzijde van het hoofdvenster vastgezet. De Zijbalk (Afbeelding 13) bevat vier panelen: Eigenschappen, Stijlen en opmaak, Galerij en Navigator. Elk paneel heeft een corresponderend pictogram op de balk rechts van de Zijbalk, waarmee u de panelen kunt wisselen. Elk paneel bestaat uit een Titelbalk en één of meerdere gedeeltes voor inhoud. Werkbalken en Zijbalkpanelen delen veel functies.
– Omloop: Staat aanpassingen voor de omloop toe als deze beschikbaar zijn. Als een tekenobject geselecteerd is, zijn de volgende panelen beschikbaar; – – – Gebied: Beschikbare aanpassingen voor vulling en transparantie. Lijn: Voor wijzigingen van het lijntype, breedte, kleur, pijl, hoekstijl en kapstijl. Positie en grootte: Aanpassen van de breedte, hoogte, rotatie en spiegeling.
De Zijbalk heeft aan de linkerzijde een knop Verbergen (zie Afbeelding 15); klik op deze knop om het paneel te verbergen door het naar de rechterzijde van het venster dicht te klappen. Klik nogmaals op de knop om het paneel weer te openen, Om de breedte van het paneel aan te passen plaatst u de cursor op de linkerzijde van het paneel, houd de linker muisknop ingedrukt en sleep de zijde, afhankelijk van de gewenste breedte, naar rechts of naar links.
Afbeelding 17: Opties voor In-/uitzoomen en Weergave lay-out kiezen In de weergave Volledig scherm wordt het document weergegeven met de eerder geselecteerde instellingen voor in- / uitzoomen en lay-out. Druk op de toets Esc of klik op het pictogram Volledig scherm in de linker bovenhoek om de weergave Volledig scherm te verlaten en naar de weergave Afdruk-layout of Web-layout terug te keren. U kunt ook Ctrl+Shift+J gebruiken om de weergave Volledig scherm te tonen of te verlaten.
Afbeelding 18: LibreOffice StartCentrum Vanuit de SnelStarter Als LibreOffice op computers met Windows of Linux geïnstalleerd is, kan de SnelStarter ook geïnstalleerd zijn. Computers met als besturingssysteem Mac OS, hebben geen SnelStarter De SnelStarter is een pictogram dat in het systeemvak of in het dock geplaatst is, gedurende het opstarten van het systeem. Het geeft aan dat LibreOffice geladen is en klaar is voor gebruik.
Afbeelding 19: Contextmenu Snelstarter op Windows 7 Vanuit het menu van het besturingssysteem U kunt LibreOffice op dezelfde manier vanuit het besturingssysteem openen, als waarop u andere programma's start. Toen LibreOffice op uw computer werd geïnstalleerd, is in de meeste gevallen een menu-item voor elke component aan uw systeemmenu toegevoegd. Indien u een Mac gebruikt zou u het pictogram voor LibreOffice in de map Toepassingen moeten zien.
Het voorbeeld dat in Afbeelding 20 wordt weergegeven, gebruikt een sjabloon in de map Mijn sjablonen. Dubbelklik op het gewenste sjabloon. Een nieuw document wordt gemaakt, dat gebaseerd is op de opmaakprofielen en opmaak die in dit sjabloon zijn gedefinieerd. Afbeelding 20: Een document vanuit een sjabloon maken . Een bestaand document openen Als er geen document geopend is, geeft het StartCentrum (Afbeelding 18) een pictogram Open bestand, om naar bestaande bestanden te navigeren.
Als u Microsoft Office-bestandsindelingen aan LibreOffice hebt gekoppeld, dan kunt u die bestanden ook openen door er dubbel op te klikken. Een document opslaan Kies een van de volgende manieren om een nieuw (of een bewerkt) document in Writer op te slaan: • Druk op Ctrl+S. • Kies Bestand > Opslaan. • Klik op de knop Opslaan op de werkbalk Standaard. Als het dialoogvenster Opslaan als verschijnt, voer dan de bestandsnaam in, controleer het bestandstype en klik op Opslaan.
Tip Waarschuwing Ga, om Writer documenten standaard in het Microsoft Word-bestandsformaat op te laten slaan, naar Extra > Opties > Laden/Opslaan > Algemeen. Selecteer, in het gedeelte Standaard bestandsindeling en ODF-instellingen, onder Documenttype, Tekst document en selecteer onder Altijd opslaan als, de bestandsindeling van uw voorkeur. Het is aanbevolen dat, als u de indeling van Microsoft Word gebruikt, u .doc gebruikt en niet .docx (xml). Het komt voor dat de indeling .
3) Het dialoogvenster Wachtwoord instellen opent. Afbeelding 22: Twee niveaus van beveiliging met wachtwoord Hier hebt u verscheidene keuzes: a) Typ een wachtwoord in de twee velden bovenaan in het dialoogvenster om het document tegen lezen te beveiligen. b) Klik op de knop Meer opties en selecteer het selectievak Bestand openen als alleenlezen om het document tegen schrijven te beveiligen.
Vanaf LibreOffice 3.5 is een andere meer gebruikte encryptie (AES) geïntroduceerd om de vorige (Blowfish) te vervangen. De consequentie hiervan is dat bestanden die met LibreOffice 3.5 of hoger zijn versleuteld, niet meer met eerdere versies geopend kunnen worden. Bestanden met de oude encryptie kunnen in LibreOffice 3.5.0 en hoger worden gebruikt.
De Navigator somt alle koppen, tabellen, tekstframes, afbeeldingen, bladwijzers en andere objecten op, die in een document zijn opgenomen. Open de Navigator op de volgende manieren: • • • • Klik op het pictogram Navigator op de werkbalk Standaard. Druk op F5. Kies Beeld > Navigator op de Menubalk. Dubbelklik op het veld Paginanummer op de Statusbalk. • Klik op de tab Navigator ( ) op de Zijbalk (Beeld > Zijbalk om het te openen).
Vorige, Volgende: Springt naar het vorige of volgende item in de geselecteerde categorie (pagina, afbeelding, hyperlink, notitie, enzovoort). Bekijk De werkbalk Navigatie gebruiken op pagina 29 om de categorie van items te selecteren. Paginanummer: Springt naar de pagina met het volgnummer dat in het vak wordt weergegeven. Typ het gewenste paginanummer in of selecteer het met behulp van de pijlen omhoog en omlaag. Sleepmodus: Selecteer Als hyperlink invoegen, Als koppeling invoegen of Als kopie invoegen.
Tip Objecten zijn veel eenvoudiger te vinden als u ze bij het maken ervan een naam hebt gegeven, in plaats van de standaard van LibreOffice, Afbeelding1, Afbeelding2, Tabel1, Tabel2, enzovoort, te behouden – wat mogelijk niet overeenkomt met de positie van het object in het document. Klik met rechts op de afbeelding, selecteer Afbeelding > Opties en bewerk dan de naam in het vak van het dialoogvenster om een afbeelding een andere naam te geven.
2) (Optioneel) Indien u verscheidene niveaus van subkoppen heeft, kunt u de koppen die u wilt zoeken eenvoudiger vinden door de selectie van Weergegeven kopregelniveaus slechts 1 of 2 niveaus van koppen weer te laten geven. 3) Klik op de kop van het blok met tekst dat u wilt verplaatsen en sleep de kop naar een nieuwe locatie in de Navigator of klik op de kop in de lijst van de Navigator en klik dan óf op het pictogram Hoofdstuk hoger óf Hoofdstuk lager.
Herinneringen worden op geen enkele manier in het document weergegeven, dus u kunt niet zien waar ze zijn, alleen wanneer u van de één naar de andere springt – de locatie van de cursor geeft dan de locatie van de herinnering weer. Selecteer eerst het pictogram Herinnering op de werkbalk Navigatie om tussen de herinneringen te kunnen springen. Klik dan op de pictogrammen Vorige en Volgende. Herinneringen worden niet met het document opgeslagen.
Klik op het kleine driehoekje rechts van het pictogram Ongedaan maken om een lijst te krijgen met alle wijzigingen die ongedaan gemaakt kunnen worden. U kunt meerdere wijzigingen selecteren en in één keer ongedaan maken. Afbeelding 28: Lijst met acties die ongedaan gemaakt kunnen worden Nadat de wijzigingen ongedaan zijn gemaakt, wordt Opnieuw actief. Selecteer Bewerken > Opnieuw, druk op Ctrl+Y of klik op het pictogram Opnieuw om een wijziging opnieuw uit te voeren.