Operation Manual
5 Bediening
5.1 Deuralarm
Voor koel- en diepvriesgedeelte
Wanneer de deur langer dan 60 seconden geopend
is, gaat het akoestisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de
deur gesloten wordt.
5.1.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (8)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm gaat uit.
5.2 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
de toets alarm.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
gelegd
-
bij het sorteren en uitnemen van de levensmiddelen is
teveel warme lucht binnengekomen
-
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
Het akoestisch alarm stopt automatisch, de toets alarm
Fig. 3 (8)
gaat uit en de temperauurdisplay stopt met knip-
peren, wanneer de temperatuur weer voldoende laag is
Wanneer het alarm niet uitgaat (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens-
middelen bederven.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen.
5.2.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (8)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
5.3 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groen-
telades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan
de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.3.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
u
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
verschuiven.
5.3.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
-
soort, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Is de instelling
1 °C bereikt dan wordt opnieuw bij 9 °C begonnen.
u
Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
insteltoets koelgedeelte
Fig. 3 (3)
.
w
In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
temperatuur.
u
Druk net zo vaak op de insteltoets koelgedeelte
Fig. 3 (3)
tot
de LED's de gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
u
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen 5 °C en 7 °C) een iets
koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan
de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone
verlicht.
5.3.3 Ventilator
Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden verse
levensmiddelen snel afkoelen of een relatief gelijk-
matige temperatuurverdeling op alle schappen
bereiken.
De circulatiekoeling is aan te bevelen:
-
bij hoge kamertemperatuur (hoger dan 33 °C )
-
bij hoge luchtvochtigheid
De circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om
energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur auto-
matisch uit.
Ventilator inschakelen
u
Druk kort op de toets Ventilatie
Fig. 3 (2)
.
w
De toets Ventilatie brandt.
w
Der ventilator is actief. Hij schakelt automatisch in, wanneer
de compressor draait.
Ventilator uitschakelen
u
Druk kort op de toets Ventilatie
Fig. 3 (2)
.
w
De toets Ventilatie gaat uit.
w
De ventilator is uitgeschakeld
5.3.4 Draagplateaus
Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 9