Operation Manual

5.1.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste temperatuur,
laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur, hoogste
koelvermogen).
Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde
temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt.
Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diep-
vriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te
raden de temperatuurregelaar op stand „4” tot „7” in te stellen.
Bij de instelling „7” is het mogelijk in de koudste zone van het
koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te bereiken.
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
draaien.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
- hoe vaak de deur wordt geopend
- de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
- soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmid-
delen
u
Eventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen.
5.1.3 Draagplateaus
Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
u
Til het draagplateau op en
trek het naar voren uit.
u
Draagplateau inschuiven,
met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven
toe wijzend.
Draagplateaus demonteren
u
De plateaus kunnen worden
gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.1.4 Opbergvakken
Opbergvakken verwijderen.
Fig. 8
Opbergvakken demonteren
Fig. 9
u
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.2 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens-
middelen invriezen.
5.2.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
24 u voor het invriezen zet u de temperatuur op een gemid-
delde tot koude stand.
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
u
Levensmiddelen in het vriesvak leggen, zodat ze contact
met de bodem of de zijwanden hebben.
u
Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en
breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te dooien.
u
Stel de temperatuur 24 u na het invriezen opnieuw hoger in.
5.2.2 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
Bediening
8 * afhankelijk van model en uitvoering