Operation Manual

17
Aanwijzingen voor het invriezen en het
bewaren
Geschikt voor invriezen zijn: vlees, wild, gevogelte, verse vis,
groente, fruit, zuivelproducten, brood, bakwaren, kant-en-klare
gerechten. Niet geschikt zijn: kropsla, radijzen, wijndruiven,
ganse appels en bessen, vet vlees.
Levensmiddelen, die u zelf invriest, steeds per portie voor uw
huishouding verpakken. Opdat ze snel tot op de kern zouden
invriezen, overschrijdt u beter de volgende hoeveelheden per
verpakking niet:
Fruit, groente tot 1 kg, vlees tot 2,5 kg.
Groenten na het wassen en in porties indelen blancheren
(2-3 minuten in kokend water dompelen, daarna uitnemen, en
snel in koud water afkoelen).
Verse levensmiddelen en geblancheerde groenten voor het
invriezen niet zouten noch kruiden. Andere spijzen maar licht
zouten en kruiden. Kruiden veranderen de smaakintensiteit.
Als verpakkingsmateriaal zijn in de handel verkrijgbare diepvries
-
dozen, en herbruikbare dozen uit kunststof, metaal, en aluminium
geschikt.
Vers in te vriezen levensmiddelen niet in contact laten komen
met al bevroren levensmiddelen. De verpakkingen altijd droog
in het apparaat leggen, zodat ze niet aan elkaar vriezen.
Op de verpakkingen steeds de datum en de inhoud schrijven
en de aanbevolen bewaarduur van de bevroren producten niet
overschrijden.
Flessen en dozen met koolzuurhoudende dranken niet laten
bevriezen. Ze kunnen uit elkaar spatten.
Neem voor het ontdooien steeds die hoeveelheid, die u onmid
-
dellijk nodig heeft. Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk
verwerken tot een afgewerkt gerecht.
Ingevroren producten kunt u ontdooien:
in een hete lucht-oven
in de magnetron
bij kamertemperatuur
in de koelkast; de door de bevroren producten afgegeven koude
wordt gebruikt voor het koelen van de andere levensmiddelen.
Licht ontdooide vlakke vis- en vleesporties kunnen warm worden
bereid. Groenten kunnen in bevroren toestand (ze zijn half zo snel
gaar dan anders) worden bereid.
Ontdooien
Koeldeel
Het koeldeel ontdooit automatisch. Het
optredende vocht wordt via de dooiwate-
rafloop naar de achterzijde geleid. Daar
verdampt het door de warmte van de
compressor. Denk er om, dat het dooiwa-
ter boven de groenteladen ongehinderd
kan weglopen via de afloopopening. Meer
hierover onder “Reinigen”.
Vriesdeel
In het vriesvak vormt zich na een wat langer gebruik een dikkere
rijm- resp. ijslaag. Hierdoor neemt het stroomverbruik toe. Ontdooit
u het apparaat dus regelmatig.
Schakel voor het ontdooien het apparaat uit.
De netstekker uit het stopcontact trekken of de temperatuurre
-
geling op “0” zetten.
De bevroren producten in papier of een deken wikkelen en op
een koele plaats bewaren.
Voor het versnellen van het ontdooiingsproces een pan met heet,
niet kokend water in het vriesvak plaatsen.
De deur van het apparaat tijdens het ontdooien open laten. De
rest van het dooiwater met een doek opnemen en het apparaat
reinigen.
Voor het ontdooien geen mechanische apparaten of andere
kunstmatige hulpmiddelen gebruiken, buiten die, aanbevolen
door de fabrikant.
Reinigen
Voor het reinigen het apparaat buiten gebruik plaatsen. De
netstekker uittrekken of de zekering uitdraaien.
De binnenruimte, de uitrustingsdelen en de buitenwanden met lauw-
warm water en wat spoelmiddel reinigen. Gebruikt u in geen geval
zand- of zuurhoudende poets- resp. chemische oplosmiddelen.
Gebruik geen stoomreinigers!
Gevaar op beschadigingen en letsels.
Let er op, dat er geen reinigingswater in de elektrische onderdelen
en het verluchtingsrooster binnendringt.
Droog alles goed af met een doek.
Het koelaggregaat met de warmtewisselaar het metalen rooster
aan de achterzijde van het apparaat moet een keer in het jaar
worden gereinigd resp. ontstoft.
De afloopopening in de koelruimte met een dun hulpmiddel, bijv.
een wattenstaafje of iets dergelijks, reinigen.
Het typeplaatje aan de binnenzijde van het apparaat niet bescha
-
digen of verwijderen - het is belangrijk voor de klantendienst.
Voor
apparaten in roestvrij stalen uitvoering een gewoon
in de handel verkrijgbaar reinigingsmiddel voor roestvrij staal
gebruiken.
- Om een zo goed mogelijke bescherming te krijgen brengt u na
het reinigen een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aan,
gelijkmatig en in de slijprichting. Aanvankelijk donkere plaatsen
en een intensievere kleur van het roestvrij stalen oppervlak zijn
normaal.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen of geconcentreerde
reinigingsmiddelen en in geen geval zand-, chloride- of zuurhou-
dende poets- resp. chemische oplosmiddelen; ze beschadigen
de oppervlakken en kunnen corrosie veroorzaken.
NL