Operation Manual

Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
Ca. 6 u wachten.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen
(zie typeplaatje):
u
ca. 24 u wachten.
u
Levensmiddelen in het vriesvak leggen, zodat ze contact
met de bodem of de zijwanden hebben.
w
SuperFrost schakelt na ca. 65 u automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 3 (6)
gaat uit, wanneer het
invriezen is afgesloten.
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
modus verder.
Om energie te besparen kan SuperFrost, ook voordat de volle-
dige 65 uur invriestijd is verstreken, door het opnieuw
indrukken van de toets SuperFrost
Fig. 3 (5)
uitgeschakeld
worden. SuperFrost alleen uitschakelen als de temperatuur
-18 °C of lager is.
5.4.5 Plateaus
u
Plateau uitnemen: vooraan optillen en
uittrekken.
u
Plateau terugplaatsen: tot aanslag
inschuiven.
6 Onderhoud
6.1 handmatig ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet
op een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
kan lopen (zie 6.2) .
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een
rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt
door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in
te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever-
bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
in.
w
De diepvriesproducten krijgen een "koudereserve".
u
Schakel het apparaat uit.
w
De temperatuurdisplay gaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op een plateau in het midden.
w
Het ontdooien wordt versneld.
u
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
staan.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
opnemen.
u
Het apparaat reinigen (zie 6.2) .
6.2 Apparaat reinigen
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand-
wonden veroorzaken.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-
tende schoonmaakproducten gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
LET OP
De roestvrijstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaar-
dige oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde
reinigingsmiddel worden behandeld.
De oppervlaktecoating wordt door dit middel aangetast.
u
De gecoate deuroppervlakken uitsluitend met een zachte
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water
of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microve-
zeldoek worden gebruikt.
u
De buitenkant van roestvrijstaal kan met speciale in de
handel verkrijgbare roestvrijstaalreiniger worden gereinigd.
Vervolgens het meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijk-
matig in slijprichting aanbrengen.
u
Gelakte zijwanden en gelakte deuroppervlakken uitslui-
tend met een zachte, schone doek afvegen. Bij hardnekkig
vuil een beetje water of allesreiniger gebruiken. Naar keuze
kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
u
Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
Onderhoud
10