User Manual
Table Of Contents
- nl
- 1 Het apparaat in vogelvlucht
- 2 Algemene veiligheidsvoorschriften
- 3 Bedienings- en controle-elementen
- 4 In gebruik nemen
- 5 Bediening
- 6 Onderhoud
- 7 Storingen
- 8 Uitzetten
- 9 Apparaat afdanken
5.2.6 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen ook de
draagplateaus eruit halen. Zo maakt
u plaats voor grotere levensmid-
delen zoals gevogelte, vlees, groter
wild en kunnen hoge producten van
de bakkerij volledig worden inge-
vroren en verder worden klaarge-
maakt.
u
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
worden belast.
u
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
worden belast.
6 Onderhoud
6.1 handmatig ontdooien
Koelgedeelte:
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op
een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
kan lopen (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
Vriesgedeelte:
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een
rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt
door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in
te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever-
bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
Ontdooiprocedure:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging
u
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen
gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om
het ontdooien te versnellen.
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
u
De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha-
digen.
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele
plaats.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op een plateau in het midden.
w
Het ontdooien wordt versneld.
u
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
staan.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
opnemen.
u
Het apparaat reinigen (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
LET OP
De RVS deuren zijn behandeld met een hoogwaardige opper-
vlaktecoating en mogen niet met een onderhoudsmiddel voor
RVS worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
u
Gecoate deuroppervlakten en gelakte zijwanden uitslui-
tend met een zachte, schone doek afvegen. Bij sterke
vervuiling een beetje water of een neutraal reinigingsmiddel
gebruiken. Optioneel kan ook een microvezeldoek worden
gebruikt.
u
Roestvrijstalen zijwanden bij vervuiling met een gebruike-
lijke roestvrijstaalreiniger reinigen. Vervolgens het meegele-
verde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in slijprichting
aanbrengen.
u
Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
u
De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
matig reinigen.
u
Andere onderdelen met lauwwarm water en een beetje
afwasmiddel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
Onderhoud
10 * afhankelijk van model en uitvoering