User Manual

4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
u
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
u
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje
(zie 1 Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Neem het apparaat ca. 2 uur voor de eerste vulling met diep-
vriesproducten in bedrijf.
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
naar rechts van stand 0 naar
stand 3 draaien.
w
De binnenverlichting brandt.
5 Bediening
5.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groente-
lades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan de
bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.1.1 Levensmiddelen koelen
u
Licht bederfelijke levensmiddelen zoals klaargemaakte
maaltijden, vleeswaren en worsten in de koudste zone
opslaan. In het bovenste bereik en in de deur boter en
conservenblikken neerzetten. (zie 1 Het apparaat in vogel-
vlucht)
u
Voor het inpakken herbruikbare kunststof, metalen, alumi-
nium of glazen bakken en vershoudfolie gebruiken.
u
Rauw vlees of vis altijd in schone, afgesloten bakjes op de
onderste plank van het koelgedeelte bewaren, zodat ze niet
in contact komen met ander voedsel en er geen vloeistof
van vlees of vis op ander voedsel kan druipen.
u
Levensmiddelen, die gemakkelijk een geur of smaak
aannemen of afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten
reservoirs of afgedekt bewaren.
u
Het voorste vlak van de koelbodem alleen gebruiken voor
het kort plaatsen van koelproducten, bijv. bij het verplaatsen
of uitsorteren. Koelproducten echter niet laten staan, anders
kan deze bij het sluiten van de deur naar achter worden
geschoven of omvallen.
u
Levensmiddelen niet te dicht opslaan, zodat de lucht goed
kan circuleren.
5.1.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste temperatuur,
laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur, hoogste
koelvermogen).
Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde
temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt.
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diep-
vriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te
raden de temperatuurregelaar op stand „4” tot „7” in te stellen.
Bij de instelling „7” is het mogelijk in de koudste zone van het
koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te bereiken.
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
draaien.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
- hoe vaak de deur wordt geopend
- de duur van het openen van de deur
- de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
- soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmid-
delen
u
Eventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen.
5.1.3 Functie CoolPlus
Bij lage kamertemperaturen van 15 °C of minder:
u
Schakelaar Cool-Plus
Fig. 3
(2)
indrukken.
w
De lage temperaturen in het vriesvak worden gegarandeerd.
Als de kamertemperatuur weer hoger is dan 15 °C:
u
schakelaar Cool-Plus
Fig. 3 (2)
handmatig uitschakelen.
Aanwijzing
u
Bij normale ruimtetemperaturen, hoger dan 15 °C, is het
inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet dan
uitgeschakeld zijn.
5.1.4 Draagplateaus
Plateaus v
erplaatsen of uitnemen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Bediening
8 * afhankelijk van model en uitvoering