Operation Manual
* Verschillend naargelang model en uitrusting
Het is aanbevolen het apparaat voor het in bedrijf nemen te
reinigen, zie daartoe het hoofdstuk “Reinigen”.
In- en uitschakelen, Afb. A1
W Inschakelen: Druk op de Aan/Uit-toets 3; het
temperatuurdisplay licht op/knippert.
- Bij het in bedrijf nemen en bij een warm apparaat wordt
eerst de ruimtetemperatuur aangegeven, tot de gewenste
temperatuur bereikt is.
- De verlichting* brandt wanneer de deur geopend is.
W Uitschakelen: Druk ca. twee seconden op de Aan/Uittoets;
het temperatuurdisplay gaat uit.
Temperatuur regelen
W Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de DOWN-insteltoets
2.
W Temperatuur verhogen/warmer:
Druk op de UP-insteltoets
2.
- Tijdens het instellen
knippert de ingestelde tempera-tuur
op het temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt toont
het temperatuurdisplay de laatst ingestelde temperatuur.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de
ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt
u de tiptoets langer ingedrukt dan verandert de temperatuur
doorlopend.
- Ca. 5 minuten na de laatste bediening van de tiptoetsen scha
-
kelt de elektronica automatisch om en wordt de werkelijke
koeltemperatuur (= actuele waarde) weergegeven.
- De temperatuur is instelbaar van
2 °C tot 9 °C
Afhankelijk van de opstelplaats wordt de laagste temperatuur
ook daadwerkelijk bereikt of niet (staat het appa-raat op een
warme plaats dan wordt de laagste temperatuur niet altijd
bereikt).
W Aanbevolen temperatuurinstelling:
- Voor het
koeldeel: 5 °C
Bij apparaten met een vriesvak* geldt:
- Bij het bewaren van diepvriesvoeding, en indien de lage
temperaturen moeten worden gewaarborgd, dan is het
instellen van de temperatuurregeling op 2 °C aanbevolen.
- Bij omgevingstemperaturen beneden 18 °C wordt
de winterverwarming van het apparaat automatisch
ingeschakeld.
Aanwijzing: Denk er om, dat de temperatuur in de koele ruimte
worden beïnvloed door de frequentie waarmee de deur wordt
geopend, de schikking, en de temperatuur in de ruimte waarin
het apparaat staat.
Naargelang de gewenste temperatuur de regelaar bijregelen.
SuperCool*, Afb. A1/5
SuperCool is bijzonder aanbevolen, indien een grote
hoeveelheden verselevensmiddelen of dranken zo snel mogelijk
wilt gaan afkoelen. De koeltemperatuur daalt daarbij tot de laagst
mogelijke waarde.
W In-/uitschakelen: Kort op de SuperCool-toets 5drukken,
zodat de bijhorende LED oplicht (donker = uit).
Aanwijzing: SuperCool verbruikt meer energie.
Na ong. 6 uren schakelt de elektronica echter automatisch
terug naar de energiesparende normale modus.
In bedrijf nemen en controlepaneel
De binnenverlichting
wordt na ong. 15 minuten geopende deur automatisch uit.
Indien ze bij een kort geopende deur niet oplicht, maar de
temperatuurinstel-weergave wel, dan is het gloeilampje
waarschijnlijk defect.
Vervangen van het gloeilampje:
W Gegevens gloeilampje: max. 15 W, de stroomsoort en de
spanning moeten overeenkomen met de informatie op het
typeplaatje. Alleen gloeilampjes gebruiken met dezelfde
afmetingen, fitting: E 14.
W Apparaat uitschakelen. De netstekker uit het stopcontact
trekken resp. de zekering uitschakelen of uitschroeven.
W De lampafdekking volgens afb. F1 losklikken 1 en daarna
naar achter uitnemen 2.
W De gloeilamp volgens afb. F2 vervangen.
W De afdekking terug naar achter inhangen en opzij inklikken.
Koeldeel
Temperatuur-instelweergave, Afb. A1/1
Tijdens normaal gebruik wordt de werkelijke koeltemperatuur
weergegeven.
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u
- de ingestelde temperatuur verandert en wanneer
W Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding
"F 1" tot "F 5" dan is sprake van een storing. Neem in dit
geval contact op met de technische dienst van de leverancier
van het apparaat. Wanneer u het nummer van de foutmelding
(bijv. "F2") noemt, kan men u snel van dienst zijn.
- Het oplichten van de temperatuur-instelweergave wijst er op
dat het apparaat is ingeschakeld.
- Aan de afzonderlijke displays zijn temperatuurbereiken
toegewezen. Ze geven de gekozen instelwaarde van de
koeltemperatuur.
Extra functies
Via de instelmodus kunt u gebruik maken van de
kinderbeveiliging en de lichtintensiteit van het display*
veranderen:
Instelmodus activeren:
W SuperFrost-toets ca. 5 sec drukken - de SuperFrost-toets
knippert - het display toont c voor kinderbeveiliging.
Aanwijzing: de waarde die dient te worden veranderd
knippert.
W Door op de Up/Down-toets te drukken, de gewenste functie
kiezen:
c
= kinderbeveiliging of h = lichtintensiteit.
W Nu door kort op de SuperFrost-toets te drukken, de functie
selecteren/bevestigen:
• Bij
c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-
toets te drukken c1 = kinderbeveiliging AAN
of c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de
SuperFrost-toets bevestigen. Als het symbool 6
oplicht, is de kinderbeveiliging actief.
• Bij
h = lichtintensiteit door op de Up/Down-toets te
drukken h1 = minimale tot h5 = maximale
intensiteit selecteren en met de SuperFrost-toets
bevestigen.
Instelmodus verlaten:
W Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmodus
beeindigen; na 2 min. schakelt de electronica automatisch
om.
- Het standaard regelbedrijf is weer actief.
NL
23