Operation Manual

11
4 Belangrijkste fUncties
4.1 cOntactsensOren vOOr hartslagmeting
In de vaste handgreep op de E1 zijn contactsensoren ingebouwd voor het hartslagmeetsysteem. In de vaste handgreep
en de bewegende armen op de E3 en de E5 zijn contactsensoren ingebouwd voor het meten van de hartslag. Grijp tijdens
een training de contactsensoren vast om uw hartslag te meten. Als uw console is uitgerust met een hartslagborstriem
raden wij aan dat u deze gebruikt tijdens training en de contactsensoren alleen gebruikt om nu en dan uw hartslag te
meten wanneer u de borstriem niet gebruikt. Bovendien moet de borstriem worden gebruikt om training met controle van
de hartslag uit te oefenen. Gebruik een comfortabele greep voor een nauwkeurige meting. De console geeft de hartslag
na 15 tot 20 seconden weer.
Contactsensoren kunnen anders werken met verschillende lichaamstypes. Voor sommige personen kan het zeer moeilijk
zijn om een hartslagwaarde te verkrijgen. Volg de onderstaande tips om de hartslagwaarde te verbeteren.
Haal uw handen van de hartslagsensoren af en wacht totdat de hartslagweergave verdwijnt. Grijp de sensoren
opnieuw vast.
Zorg ervoor dat uw handen goed contact maken met de sensoren.
Maak uw handen regelmatig droog tijdens het trainen.
Beweeg uw handen zo weinig mogelijk.
Maak de contactsensoren schoon.
Opmerking: De polsslagsensoren geven een hartslag bij benadering weer. De sensoren gelden niet als medische
hulpmiddelen en mogen voor geen enkele medische toepassing worden gebruikt.
4.2 accessOires
De E1, E3 en E5 zijn standaard uitgerust met twee watereshouders (D) en een accessoirehouder (E). UitslUitend e5:
Wateres- en accessoirehouders kunnen gemakkelijk worden verwijderd en veilig worden gewassen op het bovenrek van
een gewone vaatwasmachine.
4.3 gevOerde pedaal (UITSLUITEND e3 & e5)
De E3 en E5 zijn uitgerust met een inzetstuk (F) voor het gevoerde pedaal voor nog meer comfort tijdens het trainen.
F
D
D
E
D
D
D
E
D
E5E3E1