Owner's Manual

Hoofdstuk 3
Geavanceerde configuratie
10
Wireless-G afdrukserver
Print Banner Page (Bannerpagina afdrukken) Deze
functie is standaard ingeschakeld en geeft de afdrukserver
de opdracht om voor elke afdruktaak een bannerpagina
af te drukken (op de bannerpagina wordt de afdruktaak
beschreven). Deselecteer deze optie om deze functie uit
te schakelen.
Mail response when printed (Reactie mailen indien
afgedrukt) Selecteer deze optie als u wilt dat er een e-mail
wordt verstuurd wanneer een afdruktaak is voltooid.
Klik op de knop Save (Opslaan) om de wijzigingen toe
te passen of klik op de knop Cancel (Annuleren) om de
wijzigingen ongedaan te maken.
Printer > Logical Port (Logische poort)
Hier kunt u de instellingen van elke logische printer
configureren.
De afdrukserver heeft drie logische of virtuele
printerpoorten. Bijvoorbeeld: u kunt drie verschillende
configuraties hebben voor uw printer: Logische printer
1 voor liggend afdrukken, Logische printer 2 voor
dubbelzijdige exemplaren en Logische printer 3 voor
handmatige invoer. Wijs de logische printers 1, 2 en
3 toe aan de fysieke printer op de USB-poort van de
afdrukserver.
Printer > Logical Port (Logische poort)
Select Printer (Printer selecteren)
Logische printer nr. Selecteer het nummer (1-3) van
de printer die u wilt configureren. Klik op de knop Get
data (Gegevens ophalen) om het scherm met de huidige
gegevens voor de geselecteerde logische printer bij te
werken.
Details
Pre-string (Hex (hexadecimaal)) Voer de control string
van de printer (in hexadecimale tekens) in die voor elke
afdruktaak naar de printer wordt verzonden. Deze string
mag niet langer zijn dan 30 tekens.
Post-string (Hex (hexadecimaal)) Voer de control string
van de printer (in hexadecimale tekens) in die na elke
afdruktaak naar de printer wordt verzonden. Deze string
mag niet langer zijn dan 30 tekens.
Convert LF to CR+LF (LF converteren naar CR+LF)
Selecteer deze optie als u LF (line feed)-tekens wilt wijzigen
in CR+LF (carriage return + line feed)-tekens.
Klik op de knop Save (Opslaan) om de wijzigingen toe
te passen of klik op de knop Cancel (Annuleren) om de
wijzigingen ongedaan te maken.
Status > Device (Apparaat)
In het scherm Device (Apparaat) worden de huidige
instellingen van de afdrukserver weergegeven. In dit
scherm kunt u geen waarden wijzigen. Klik op de knop
Refresh (Vernieuwen) als u de gegevens in het scherm
wilt vernieuwen.
Server Details (Serverdetails)
Status > Device (Apparaat) - Server Details (Serverdetails)
Upgrade Firmware-upgrades kunnen alleen worden
uitgevoerd als de afdrukserver via de Ethernetpoort is
verbonden met het netwerk. Volg deze instructies als u de
firmware van de afdrukserver wilt bijwerken:
Ga naar de website van Linksys op http://www.linksys.1.
com.
Selecteer 2. Support (Ondersteuning) en vervolgens
Download. Zoek de naam van uw product en
download de nieuwste firmware voor de afdrukserver.
Pak het firmwarebestand op uw computer uit.3.
Haal de stekker van de afdrukserver uit het stopcontact.4.
Sluit een Ethernetnetwerkkabel aan op de 5.
Ethernetpoort van de afdrukserver. Sluit het andere
uiteinde van de kabel aan op een van de lokale
netwerkpoorten op de router.
OPMERKING: als u de firmware van de
afdrukserver wilt bijwerken, moet de afdrukserver
fysiek verbonden zijn met de router.
Open de webbrowser van uw pc.6.
Voer in het veld 7. Adres het IP-adres van de afdrukserver
in. (Als u het IP-adres niet weet, dubbelklikt u op
het pictogram van het hulpprogramma van de
afdrukserver. Het IP-adres van de afdrukserver wordt
weergegeven in het scherm Print Server Information
(Afdrukserver - gegevens).)
Voer in het aanmeldscherm 8. admin in het veld
Gebruikersnaam in. Voer vervolgens het wachtwoord
in het veld Wachtwoord in. Klik op de knop OK.
Klik op het tabblad 9. Status.