Safety data sheet

Veiligheidsinformatieblad volgens verordening (EG) nr. 1907/2006, bijlage II
Herziening op / versie: 21.08.2015 / 0011
Vervangt versie van / versie: 10.06.2015 / 0010
Geldig vanaf: 21.08.2015
Afdrukdatum PDF: 27.08.2015
Liquimate 7700 mini Rapid 25 mL
Art.: 6126 (B)
Inademing
Persoon uit gevarenzone brengen.
Persoon frisse lucht geven en al naargelang de symptomen arts raadplegen.
Huidcontact
Verontreinigde, doordrenkte kledingstukken meteen verwijderen, met veel water en zeep grondig wassen, bij huidirritatie (rood worden etc.), een
arts raadplegen.
Oogcontact
Kontaktlenzen uitnemen.
Enkele min. met overvloedig water spoelen (oogdouche), indien nodig arts raadplegen.
Inslikken
Mond goed spoelen met water.
Geen braken opwekken, veel water te drinken geven, meteen arts raadplegen.
4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten
Indien van toepassing zijn vertraagd optredende symptomen en effecten te vinden in sectie 11 of bij de opnamekanalen onder sectie 4.1.
In bepaalde gevallen is het mogelijk dat de vergiftigingsverschijnselen zich pas na lange tijd / na enkele uren voordoen.
Bij sensibilisering kunnen concentraties van minder dan de grenswaarde al symptomen van astma tot gevolg hebben.
4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling
Symptomatische behandeling.
RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
5.1 Blusmiddelen
Geschikte blusmiddelen
Waterstraal/schuim/CO2/bluspoeder
Ongeschikte blusmiddelen
Harde waterstraal
5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
Bij brand kunnen onstaan:
Kooloxides
Stikstofoxides
Giftige gassen
5.3 Advies voor brandweerlieden
In geval van brand en/of explosie inademen van rook vermijden.
Apparaat voor ademhalingsbescherming onafhankelijk van de omgevingslucht.
Al naargelang de grootte van de brand
Evt. volledige bescherming.
Gecontamineerd bluswater verwerken conform de voorschriften van overheidswege.
RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel
6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
Voor voldoende ventilatie zorgen.
Contact met de ogen en met de huid vermijden.
Rekening houden met evt. uitglijgevaar.
6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen
Bij ontsnapping van grotere hoeveelheden indammen.
Lek dichten wanneer dit zonder gevaren kan.
Afval niet in de gootsteen werpen.
Indringen in oppervlakte- en grondwater en in de grond vermijden.
Bij lozen in het riool door een ongeval verantwoordelijke instanties informeren.
6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal
Met vochtbindend materiaal (bijv. universeel bindmiddel, zand, kiezelgoer, zaagmeel) opnemen en volgens rubriek 13 als afval verwijderen.
Enkele dagen laten staan in een niet-afgesloten vat tot er geen reactie meer optreedt.
Vochtig houden.
6.4 Verwijzing naar andere rubrieken
Persoonlijke beschermingsmiddelen zie rubriek 8 evenals aanbevelingen voor de afvalverwerking zie rubriek 13.
Blz. 4 van 21