Operation Manual
Let op :
• Als de motor heeft gedraaid, wordt de uitlaat erg heet. Raak de uitlaat niet
aan, maar laat hem eerst afkoelen.
• Vul nooit brandstof bij terwijl de motor draait.
6. OPLADEN
Let op :
• Start niet 2 machines tegelijkertijd, maar start de machines één voor één.
• Gebruik geen schijnwerpers samen met andere machines.
6.1 AC toepassingen
1. Controleer of de motor op nominale snelheid draait, anders wordt de AVR
(Automatische Voltage Regelaar) geforceerd. Indien de machine voor lange
tijd op te hoge snelheid draait, zal de AVR doorbranden.
2. Sluit de apparaten in een bepaalde volgorde aan. Sluit eerst het apparaat
met het zwaarste vermogen aan en daarna het apparaat met het lichtere
vermogen. Indien het opladen niet goed verloopt, zal de generator plotseling
stoppen. In dit geval alle elektrische apparaten afkoppelen, de
hoofdschakelaar op « OFF » zetten en de oorzaak opsporen.
WAARSCHUWING: Indien de AC beveiliging uitvalt, de belasting terugbrengen
tot het standaard vermogen en een paar minuten wachten voordat u het
opladen hervat.
6.2
Elektrische apparaten en in het bijzonder motoren vragen veel stroom tijdens
het opstarten. Raadpleeg onderstaande tabel om de apparaten aan te sluiten
op de generator.
Type Type
Wattage Wattage Incandescent lamp Gloeilamp
Starting Opstarten Heating appliance Verwarmingsapparaat
Rated Normaal Fluorescent lamp TL-lamp
Typical appliance Type apparaat Motor driven Motoraangedreven
Example Voorbeeld equipment apparaten
Appliance Apparaat Electric fan Elektrische ventilator










