Operation Manual

M
MAC-adres: Hardware-adres van een Netwerkadapter, bijv. de Netwerkkaart in
de pc. Deze wordt standaard door de fabrikant uitgegeven en dient als unieke
identificatie van apparatuur in Netwerken.
Mbit/sec: Aanduiding van de overdrachtssnelheid in Netwerken in megabits,
dus miljoenen tekens, per seconde. Bij WiFi bedraagt de maximale snelheid
11 (IEEE 802.11b) of 54 (IEEE 802.11g) Mbit/sec, in Netwerken met kabelverbin-
dingen 10 Mbit/sec of 100 Mbit/sec (fast ethernet).
Mediaserver: Staat enerzijds voor het apparaat, waarop de multimediabestanden
opgeslagen zijn, anderzijds is het ook de aanduiding voor de daarop draaiende
service die deze gegevens voor het Netwerk beschikbaar stelt .
MP3: Gegevensformaat voor gecomprimeerde geluidsbestanden.
N
NAS: Afkorting voor Network Attached Storage. Vertaling: Aan het Netwerk gekop-
peld geheugenmedium. De uitdrukking beschrijft een harde schijf die zelfstandig,
dus zonder pc aan het Netwerk gekoppeld is.
Netwerk met draadverbinding: Zie LAN.
R
Router: Apparaat voor het verbinden van meerdere netten, bijv. thuisNetwerk
en Internet.
S
Switch: Apparaat voor de koppeling van meerdere pc's aan een Netwerk.
U
UPnP AV: Afkorting voor Universal Plug and Play - Audio/Video. Dient voor de
aansturing van Netwerkapparaten. Ondertussen wijdverbreide standaard voor
thuisNetwerken.
USB: Universal Serial Bus. Serieel bussysteem voor het aansluiten van externe
toestellen (USB-kaartlezer, USB-stick).
W
WEP: Afkorting voor Wired Equivalent Privacy (Vertaling: "privacy voor draadver-
binding"). Voorheen standaard protocol voor de WiFi-codering. Intussen verouderd.
WiFi: Afkorting voor Wireless Local Area Network (Vertaling: draadloos, lokaal
begrensd Netwerk). In het kort ook wel als 'draadloos Netwerk' aangeduid.
WMA: Afkorting voor Windows Media Audio, audio gegevensformaat van Micro-
soft. Net als bij MP3-bestanden is hierbij ook de inhoud gecomprimeerd.
WPA: Afkorting voor Wi-Fi Protected Access (Vertaling: "Door Wi-Fi beveiligde
toegang"). Kwam in de plaats van WEP als standaard encryptie voor draadloze
Netwerken.
Woordenlijst
C
Cliënt: Ook Netwerk-cliënt genoemd; betekent een apparaat, zoals bijv. uw
televisietoestel dat op het Netwerk is aangesloten en gegevens van een (media)
server haalt om deze aan de gebruiker beschikbaar te stellen.
D
DHCP: Afkorting voor Dynamic Host Configuration Protocol. Het DHCP maakt de au-
tomatische toekenning van IP-adressen mogelijk met behulp van een DHCP-server.
DHCP-server: Netwerkservice, die zorgt voor de automatische toekenning van
IP-adressen aan cliënten.
Draadloos Netwerk: Zzie WiFi.
DRM: Digital Rights Management (Engels voor digitale rechten management).
Procedure voor de controle van door het auteursrecht beschermde gegevens.
Beschermde DRM-inhoud vereist voor het legale gebruik, behalve een voor DRM
geschikt toestel, tevens het bezit van een door de aanbieder uitgegeven (betaalde)
licentie.
E
Ethernet: Verbindingstechniek voor bekabelde lokale Netwerken (LANs). Omvat
ook normen voor bijv. connectoren en overdrachtsnelheden.
H
Host: Vertaling `gastheer`. Computer met de server software die ook gegevens
beschikbaar stelt. Zie ook mediaserver.
I
ID3-tags: Aanvullende informatie bij MP3-bestanden. Hier kunnen onder andere
gegevens over artiest, titel, album en omslag worden opgeslagen. De bewerking
van deze gegevens gebeurt op de pc met een ID3-Tag-Editor.
IP Adres: IP-adressen (Internet protocol adressen) dienen ter identificering van
toestellen in een Internet Protocol (IP) Netwerk. IP-adressen bestaan uit vier
getalgroepen van elk drie cijfers.
K
Kanaal (WiFi): Een kanaal is een bepaald onderdeel van de WiFi-frequentieband.
Apparaten die met elkaar willen communiceren moeten van hetzelfde WiFi-kanaal
gebruikmaken. In Europa is de WiFi-frequentieband op dit moment in 13 kanalen
verdeeld.
L
LAN: Afkorting voor Local Area Network (wat vertaald wordt als een lokaal
begrensd Netwerk). Hoofdzakelijk gebruikelijk als benaming voor Netwerken met
kabelverbindingen (ethernet).
- 56