Operation Manual

45 -
Opname
Een op de DV IN-bus aangesloten camcorder kan mogelijk niet in alle gevallen
worden bediend.
Met digitale camcorders kan men normaal audio als 16-Bit-/48 kHz-stereo of
twin-stereo-tracks met 12 Bit/32 kHz opnemen. Deze recorder kan uitsluitend
een stereo-audio-track opnemen. Stel de optie “DV Opname Audio” desgewenst
in op Audio 1 of Audio 2 (zie pagina 25)
De bemonsteringssnelheid van het digitale ingangsgeluid op de DV IN-bus
moet 32 of 48 kHz bedragen (niet 44,1 kHz).
Tijdens de opname kunnen er zich beeldstoringen voordoen wanneer de camcor-
der de weergave stopt of een niet geregistreerd fragment van de band weergeeft,
de voeding van de camcorder uitvalt of de DV-kabel uitgetrokken werd.
Wanneer de optie “DV Opname Audio” wordt ingesteld op Audio 2” en het
Audio 2-signaal niet beschikbaar is, wordt de optie “DV Opname Audio”
automatisch op “Audio 1” gezet.
Meldingen in verband met DV
Wanneer u de DV IN-bus gebruikt, kunnen de volgende meldingen op het scherm
worden weergegeven:
Niet verbonden met camcorder: de camcorder werd niet correct aangesloten,
of de camcorder is uitgeschakeld.
Te veel toestellen aangesloten: de DV-bus van deze recorder ondersteunt de
aansluiting van slechts één camcorder.
Band controleren: het aangesloten apparaat bevat geen cassette.
Incompatibel toestel: het recorder kan de camcorder niet aansturen.
Informatie wordt opnieuw geladen: de camcorder actualiseert informatie
voor DV.
Cameramodus: de camcorder actualiseert informatie voor DV.
Storingsverhelping
Wanneer u geen beeld en/of geen klank via de DV In-bus krijgt, dient u de volgende
punten te controleren:
De DV-kabel moet correct aangesloten zijn.
Schakel de aangesloten camcorder uit en vervolgens weer in.
Stel de audio-ingang op de Recorder in.
Niet alle aangesloten camcorders kunnen door deze DVD-recorder worden
aangestuurd.
Opnemen van een digitale camcorder
U kunt met deze DVD-recorder opnemen vanaf een digitale camcorder die werd
aangesloten op de DV IN-bus op het frontpaneel van de recorders. Met de af-
standsbediening van de recorder kunt u de camcorder en de recorder bedienen.
Let er voor de opname op dat de audio-ingang werd ingesteld voor de DV IN-bus
(zie pagina 25).
De digitale camcorder moet aangesloten zijn op de DV IN-bus
op de voorzijde van het toestel. Meer informatie hierover is te
vinden op blz. 15.
Ga na of de DV-audio-ingang aan de voorwaarden voldoet.
U hebt de keuze tussen Audio 1 (Original Audio) en Audio 2 (Over-
dubbed Audio). De DV-ingang wordt ingesteld via het submenu
“DV Opname Audio” van het hoofdmenu (zie pagina 25).
DV-ingang selecteren.
“DV“ wordt in het displayvenster van de recorder en op het
beeldscherm weergegeven.
Zoek de plaats op de band van de camcorder waarop u wilt
opnemen.
Voor optimale resultaten onderbreekt u de weergave van de
camcorder op die plaats waar u wilt opnemen. Afhankelijk van de
camcorder kunt u de functies STOP, PLAY en PAUZE bedienen.
Start de opname.
De opname wordt automatisch gestopt als de recorder geen
signaal herkent.
Opname onderbreken. Om door te gaan de toets nogmaals
indrukken.
Opname beëindigen.
Tijdens de opname kunt u de camcorder niet via de Recorder
bedienen.
In de videomodus wordt het laatste frame van de opname
ook na afloop van de opname gedurende korte tijd op het scherm
weergegeven.
Opdat de timeropnamefunctie correct zou functioneren op
deze recorder, moet de digitale camcorder ingeschakeld en in
werking zijn.