Operation Manual
47
4 - GASOVEN
150
165
180
195
210
225
240
255
270
285
Afb. 4.1
ALGEMENE KENMERKEN
Het fornuis wordt perfekt rein geleverd.
Het is nochtans beter, na installatie, de
oven aan te steken op zijn maximum
temperatuur (stand ) met het doel
eventuele vetvlekken van de ovenbran-
der te verwijderen.
Hetzelfde geldt voor de roosterbrander.
De twee branders hebben verschillende
funkties die op de volgende bladzijde
omschreven worden:
• Ovenbrander, onder, met een warmte-
belasting van 6,20 kW.
• Grillbrander, boven, met een warmte-
belasting van
4,65
kW
285
BRANDER VAN DE OVEN
Dient voor het traditioneel koken in de
oven. De gastoevoer naar de brander
wordt geregeld dor een thermostaat die de
functie heeft de temperatuur n de oven
constant te houden.
Dit wordt uitgevoerd middels een bol die
niet mag verplaatst worden en die altijd
zuiver moet gehouden worden. Een slech-
te stand of een eventuele afzetting op de
bol kan de gekozen temperatuurgraad
beïnvloeden. Het kraantje van de thermo-
staat die de gasvoeding naar de brander
controleert, is voorzien van een veiligheid-
sklep die de gasverdeling automatisch
stopt in geval van uitdoving van de vlam.
WAARSCHUWING:
De deur is heet. Gebruik het handvat.
THERMOSTAAT
De hendel van de thermostaat (Afb. 4.1)
heeft cijfers van tot die op
toenemende wijze de temperatuur van
de oven aangeven.
Om de temperatuur in te stellen, hoeft U
enkel de knop te draaien, zodanig dat
deze overeenstemt met het gewenste
niveau op het bedieningspaneel.
285
150
Opgelet :
Tijdens de werking van de oven is de
ovendeur warm.
Houdt de jonge kinderen op afstand.