Operation Manual

Wateraanvoerslang
Gebruik, indien van toepassing, niet meer de wateraanvoerslang
van de oude machine, maar in plaats daarvan de meegeleverde
aanvoerslang. Indien u een nieuwe of een lange tijd niet gebruikte
aanvoerslang aansluit, laat er dan eerst een tijdje water doorheen
lopen voordat u de slang aansluit. Sluit de wateraanvoerslang
rechtstreeks aan op de waterkraan. De waterdruk moet minimaal
0,3 bar zijn en maximaal 10 bar. Als de waterdruk hoger is dan 10
bar dan moet er een overdrukventiel tussen worden gemonteerd.
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt moet de kraan volledig open
worden gedraaid en gecontroleerd worden op waterdichtheid. Draai na iedere afwasbeurt de
waterkraan dicht om schade aan de machine te voorkomen.
LET OP: Sommige modellen zijn voorzien van een waterslot. Bij gebruik van een waterslot ontstaat
een gevaarlijke druk. Snij niet in de waterslot. Zorg dat deze niet bekneld of verdraaid raakt.
Waterafvoerslang
De waterafvoerslang kan rechtsreeks op de waterafvoeraansluiting of op
de afvoer van de gootsteen worden aangesloten. Door gebruik te maken
van een speciaal gebogen pijp (indien aanwezig) en die over de
gootsteen te hangen, kunt u het water rechtstreeks in de gootsteen
lozen. Deze aansluiting moet zich minimaal 50 cm en maximaal 110 cm
boven de vloer bevinden.
Waarschuwing: Bij gebruik van een afvoerslang langer dan 4 m, wordt
de vaat mogelijk niet schoon. In dat geval accepteert ons bedrijf geen
aansprakelijkheid.
8
Wateraansluiting
Controleer of het loodgieterswerk in huis geschikt is voor de installatie van een
vaatwasmachine. Wij bevelen ook aan dat er een filter aan het begin van de
wateraanvoer bij het aftappunt van het huis of appartement wordt geplaatst. Dit
voorkomt schade ten gevolge van verontreinigingen (zand, klei, roest enz.).
Deze verontreinigingen kunnen via de hoofdwateraanvoer of het
loodgieterswerk in huis worden aangevoerd en door middel van het plaatsen
van een filter worden vergeling en neerslag na het wassen voorkomen.