SX 35 DSC GEBRUIKERSHANDLEIDING
Declaration of Confirmity I hereby declare that the product Maritime transceiver : M-TECH SX 35 DSC (Name of product, type or model, batch or serial number) satisfies all the technical regulations applicable to the product within the scope of Council Directives 73/23/EEC, 89/336/EEC and 99/5/EC : EN 60945:1997 ETSI EN 301 843-1, -2 V1.1.1.: 2001-02 ETSI EN 301 025-1: V1.1.2: 2000-08 ETSI EN 301 025-2 : V1.1.1: 2000-08 ETSI EN 301 025-3: V1.1.1.: 2001-05 (Title(s) of regulations, standards, etc.
Mededeling Dit apparaat is slechts een hulpmiddel bij de navigatie. De werking ervan kan door vele factoren zoals problemen met de apparatuur, defecten, omgevingscondities, en onjuist gebruik beïnvloed worden. De gebruiker dient steeds voorzichtig te zijn en inzicht in de navgatie te behouden; dit apparaat mag niet gezien worden als vervanging voor zulke voorzichtigheid en inzicht. Uw SX 35 DSC VHF radio genereert en straalt radiofrequentie (RF) elektromagnetische energie (EME) uit.
INHOUD DECLARATION OF CONFIRMITY ALGEMENE INFORMATIE Inleiding LICENTIE INFORMATIE Digital Selective Calling (DSC) Benodigde Licentie informatie Benodigde apparatuur Geleverde apparatuur Optionele apparatuur BASIS RADIOCOMMUNICATIE PROCEDURES Gebruik van kanaal 16 Een ander schip oproepen Telefoongesprekken Verboden communicatie INSTALLATIE Ontvanger Antenne Voedingsaansluiting NMEA kabel Externe speaker verbinding Connectoren achterzijde Antenneconnector BEDIENING Algemeen Beeldscherm en toetsen BASISBEDIE
Priority Scan All Scan Memory Scan Menu functies Onderwerpen hoofdmenu Directory Lamp Contrast Data set MMSI nummer instellen Time set NMEA set DSC WERKING MMSID Een noodoproep (distress call) verzenden Noodberichten ontvangen Noodoproep verzonden door ander schip Distress ACK verzonden naar ander schip Distress Relay van een ander schip Normale DSC oproepen Individuele DSC oproep Directory oproep Handmatige oproep All Ship’s oproep Groepsoproep DSC oproepen ontvangen Ontvangst van Individual oproep Laatst
Specificaties Algemeen Zender Ontvanger Kanaaltoewijzingen Internationale Marine kanalen SX 35 DSC - 64 64 67 68 69 70 5
ALGEMENE INFORMATIE Algemene informatie Gefeliciteerd met de aanschaf van uw SX 35 DSC marifoon. Dit is een geavanceerde nautische VHF communicatie zend-ontvanger die Digital Selective Calling, een eenvoudig te gebruiken vier regelig LCD scherm en een aparte ontvanger voor kanaal 70 biedt. Let op Niet geautoriseerde modificaties aan dit apparaat kunnen ervoor zorgen dat het niet meer aan de typegoedkeuring voldoet. Iedere wijziging dient door de fabrikant goedgekeurd te worden.
ALGEMENE INFORMATIE De radio heeft Digital Selective Calling (DSC) capaciteiten conform EN-301 025-1 v1.1.2. Distress, All Ships, Individual en Group DSC oproepen worden ondersteund. Er zijn 32 geheugens om inkomende DSC oproepen op te slaan en 32 voor uw persoonlijke DSC oproeplijst. Andere eigenschappen zijn scannen van alle kanalen, scannen van prioriteitskanalen, scannen van geheugenkanalen, directe toegang middels één knop tot kanaal 16 en een alfanumeriek toetsenbord op de microfoon.
ALGEMENE INFORMATIE Uitgangsvermogen 1 Watt (laag) en 25 Watt (hoog) Emissie 16K0F3E, 16K0G3E Frequentiebereik 156.025 tot 162.025 MHz Voldoet aan de Essential Requirements van RTTE DIRECTIVE (Declaration of Conformity) Benodigde apparatuur De minimale apparatuur die nodig is voor tweeweg spraak en DSC VHF radio communicatie met schepen en walstations bevat: VHF radio communicatie zender en ontvanger, ontworpen voor nautische VHF communicatie VHF antenne en aansluitkabel.
BASIS RADIOCOMMUNICATIE PROCEDURES Basis radiocommunicatie procedures Distress- of noodoproepen kunnen hetzij handmatig hetzij automatisch worden gedaan. Een automatisch verzonden noodoproep maakt gebruik van de Digital Selective Calling (DSC) functies van uw zendontvanger; hiervoor is een correct aangesloten en werkende navigatie ontvanger nodig. De volgende procedures zijn voor het handmatig verzenden van een noodoproep.
BASIS RADIOCOMMUNICATIE PROCEDURES Indien er geen antwoord wordt gegeven, herhaal dan bovenstaande procedure. Wordt er dan nog steeds geen antwoord gegeven, probeer het dan op een ander kanaal.
BASIS RADIOCOMMUNICATIE PROCEDURES Een ander schip oproepen Kanaal 16 mag gebruikt worden om contact te zoeken met een ander schip. Echter, het belangrijkste gebruik van kanaal 16 zijn de vocale noodberichten. Kanaal 16 moet te allen tijde uitgeluisterd worden behalve wanneer u in gesprek bent op een ander kanaal. Kanaal 16 wordt uitgeluisterd door internationale zoek- en reddingsdiensten (SAR), nationale kustwachten en door andere schepen.
BASIS RADIOCOMMUNICATIE PROCEDURES Telefoongesprekken U mag uw SX 35 DSC marifoon gebruiken om telefoongesprekken te maken met personen aan de wal. Om dit te kunnen doen moet u gebruik maken van de diensten van marine operators die werken op speciale publieke correpondentie kanalen. Er zijn verschillende kanalen speciaal voor dit type verkeer en om vast te stellen welk kanaal gebruik wordt in uw gebied, vraag het aan iemand met lokale kennis, neem contact op met de havenmeester of andere marinedienst.
BASIS RADIOCOMMUNICATIE PROCEDURES Roep de marinedienst op en identificeer u met uw scheepsnaam. Normaal neemt u contact op met de marinedienst op hun werkkanaal in plaats van het maken van het eerste contact op kanaal 16. De marinedienst zal u vragen om uw bedoeling en zal een betalingsvoorstel doen (collect,credit card,enz.). Wanneer alles geregeld is zal uw marifooncommunicatie verbonden worden met een telefoonlijn.
INSTALLATIE Installatie Ontvanger Uw SX35DSC marifoon is ontworpen om stand te houden in een nautische omgeving. Echter, bij het kiezen van de montageplaats, enige bescherming tegen die nautische elementen, zal de levensduur van de connectorren, bedieningspaneel en het LCD beeldscherm verlengen. Kies een lokatie binnen het bereik en zicht van de bediener en uit de buurt van uw scheepskompas.
INSTALLATIE Voedingsaansluiting LET OP Het omdraaien van de polen kan uw marifoon beschadigen De voedingskabel van uw marifoon moet aangesloten worden op de hoofdvoeding van het schip. Gebruik de 6.3 Amp. bijgeleverde “inline” zekeringen. Verbind de rode draad met de positieve (+) aansluiting en de zwarte draad met de negatieve (-) aansluiting. Verbind de aansluiting op de voedingskabel met de overeenkomende gekleurde draden en de aansluitingen uitkomend aan de achterzijde van de marifoon.
INSTALLATIE Connectoren achterzijde Data connector (achterzijde) 1 2 3 NMEA Rx (+) NMEA Rx (-) NMEA Tx (+) Bruin Rood Oranje 4 5 6 7 8 Aarde/Tx (-) Klok Reset PDI PDO Mantel Groen Blauw Grijs Paars Pin 3 & 4 zijn gereserveerd voor DSC/PC printer interface. Pin 5-8 zijn gereserveerd voor Flash programmer Externe speaker connector (achterzijde): 3.
BEDIENING Bediening Algemeen Uw SX35DSC is een geavanceerde nautische communicatieontvanger die u de veiligheid en het gemak biedt van Digital Selective Calling (DSC) in aanvulling op al de bruikbare mogelijkheden gevonden bij de beste conventionele marifoons. Beeldscherm en toetsen De marifoon wordt bediend door gebruik te maken van de toetsen aan de voorzijde, het toetsenbord, de spreektoets (PTT) en het toetsenbord op de microfoon.
BASISBEDIENING Basisbediening Aan/uitzetten U zet de marifoon aan met de VOLume knop. Wanneer de VOL knop geheel tegen de klok ingedraaid is, staat de marifoon UIT. Om de marifoon aan te zetten: Draai de VOL knop met de klok mee totdat u een klik waarneemt. Het LCD beeldscherm licht op en het Power-ON scherm verschijnt. Na ongeveer 2 seconden verschijnt het normale communicatiescherm op het beeldscherm. Het normale communicatiescherm met aangesoten GPS Het normale communicatiescherm zonder GPS.
BASISBEDIENING geluidsterkte van de speaker en de squelch wordt gebruikt om het ruisen te onderdrukken wanneer er geen signaal aanwezig is. Het juist afstellen van het VOLume en Squelch: Draai de SQ knop tegen de klok in. Draai de VOL knop met de klok mee totdat de ruis op de achtergrond goed te horen is. Draai langzaam de SQ knop met de klok mee totdat de ruis weg is. Stel dan de knop lichtjes meer met de klok mee (ongeveer 1/8 draai).
BASISBEDIENING overheidsregelgeving, door gebruik te maken van de 8 pins com connector. Toetsenbord, marifoon Iedere keer als er een toets ingedrukt wordt, klinkt er een toon. Er klinkt een 3 tonige beep wanneer er een niet toegestane toets wordt ingedrukt. Bij sommige functies moet een toets ingedrukt gehouden worden. Nadat de periode van ingedrukt houden voorbij is, klinkt er een tweede toon als de functie ingegeven is. De basisbetekenis van iedere toets volgt.
BASISBEDIENING Opent het DSC scherm.
BASISBEDIENING Toetsenbord, microfoon Het toetsenbord op de microfoon wordt gebruikt om van kanaal te wisselen door het kanaalnummer in te voeren met behulp van de [0] tot en met [9] toetsen. Met de en de toetsen kan een kanaal omhoog of omlaag gebladerd worden. De volgende tabel geeft weer welke alfanumerieke karakters en symbolen met de microfoontoetsen kunnen worden ingevoerd.
BEDIENINGSPROCEDURES Bedieningsprocedures Primaire oproepkanaal VHF kanaal 16 (156.8) MHz is het noodkanaal en het primaire oproepkanaal. Alle schepen die op dat moment niet aktief aan radioverkeer meedoen, dienen op kanaal 16 uit te luisteren. Zenden De zender wordt, voor normale spraakcommunicatie, geaktiveerd door de Push To Talk (PTT) toets op de microfoon in te drukken. Luister altijd eerst even op het kanaal alvorens te gaan zenden. Wacht met zenden tot het kanaal vrij is.
BEDIENINGSPROCEDURES Werkkanaal terughalen Deze functie maakt het mogelijk om snel over te schakelen tussen het huidige kanaal en het laatst gebruikte werkkanaal, in plaats van met behulp van de SELECT knop of de toetsen op de microfoon. Om snel te wisselen tussen het laatst gebruikte werkkanaal en het primaire oproepkanaal: Gebruik de SELECT knop of de microfoontoetsen om een werkkanaal te selecteren, bijvoorbeeld kanaal 68. Druk kort op de 16 toets. Het primaire kanaalnummer verschijnt op het scherm.
BEDIENINGSPROCEDURES de Priority Scan stand wordt kanaal 16 iedere 2 sec op activiteit gecontroleerd, zelfs indien de scan wordt onderbroken door verkeer op een werkkanaal. Wanneer de scan wordt onderbroken door verkeer, wordt de scan gepauzeerd zolang het kanaal actief is. Het scannen gaat, na een korte vertraging, door wanneer het kanaal vrij is. Indien de PTT toets wordt ingedrukt als antwoord op een ontvangen signaal, wordt het scannen gestopt.
BEDIENINGSPROCEDURES Houdt de SCAN toets 2 sec ingedrukt. ALLSCAN verschijnt op de bovenste regel van het scherm. De gescande kanaalnummers verschijnen op hun beurt ook op het scherm. Om All Scan op te heffen: Druk op de SCAN toets of op de 16 toets. Om kanalen uit te sluiten van scannen: Houdt de ENT toets ingedrukt terwijl de scan op het desbetreffende kanaal staat. Door de marifoon uit en aan te zetten staan alle kanalen weer in de scan.
BEDIENINGSPROCEDURES Houdt de MEM toets circa 2 sec ingedrukt. Het geselecteerde kanaal wordt opgeslagen en het kanaalnummer verschijnt in de geheugenbank. Herhaal deze procedure om meer kanalen toe te voegen. Na ieder toegevoegd kanaal schuiven de andere kanalen een plaatsje op in de geheugenbank om het nieuw toegevoegde kanaal weer te kunnen geven.
BEDIENINGSPROCEDURES Wijzigingen van de menu-items worden vastgehouden totdat ze wederom gewijzigd worden. Om door de menu’s te bladeren: Druk de MENU toets in. Het hoofdmenu verschijnt op het scherm. Het eerste onderwerp op het scherm is altijd DIRECTORY. Hoofdmenu Om een onderwerp uit de lijst te selecteren: Draai de SELECT knop om de cursor (>) naar het gewenste item te verplaatsen.
BEDIENINGSPROCEDURES Onderwerpen hoofdmenu DIRECTORY De DSC Oproep Directory is een lijst van namen en bijbehorende MMSI nummers (maximaal 32) die u kunt invoeren en opslaan voor het maken van DSC oproepen. Items kunnen naar believen worden toegevoegd en gewijzigd om de lijst up-to-date te houden. Om een naam en MMSI nummer aan de lijst toe te voegen: Druk op de MENU toets. Het onderwerp DIRECTORY verschijnt op het scherm. Druk op de ENT toets.
BEDIENINGSPROCEDURES Bij gebruik van de SELECT knop zijn verscheidene extra karakters beschikbaar voor het naamveld. Gebruik de SELECT knop of de microfoontoetsen om het gewenste karakter te selecteren. Druk, bij gebruik van de SELECT knop, op de ENT of de toets om het geselecteerde karakter in te voeren en verder te gaan naar de volgende positie. Druk, bij gebruik van de microfoontoetsen, de gewenste toets herhaaldelijk in totdat het gewenste karakter op het scherm staat.
BEDIENINGSPROCEDURES Voer op deze manier het gehele MMSI nummer in. Nadat het laatste cijfer van het MMSI nummer is ingevoerd, springt de cursor terug naar de naamregel. Druk, indien de invoer juist is, op de MENU toets om deze invoer op te slaan en terug te gaan naar de Directory. De nieuw ingevoerde naam verschijnt nu in de lijst. Het MMSI nummer wordt niet op het scherm afgebeeld. Om een bestaande naam of een MMSI nummer in de Directory te wijzigen: Druk op de MENU toets.
BEDIENINGSPROCEDURES Druk op de MENU toets. De menu-items verschijnen op het scherm. Gebruik de SELECT knop om de cursor naar LAMP te verplaatsen. Druk op de ENT toets. BRIGHTNESS verschijnt op het scherm. Helderheid instellen Gebruik de SELECT knop of de microfoontoetsen 0-3 om de instelling te wijzigen. Druk op de ENT of MENU toets om de instelling op te slaan en dit menu-item te verlaten.
BEDIENINGSPROCEDURES Druk op de MENU toets. De menu-items verschijnen op het scherm. Gebruik de SELECT knop om de cursor naar DATA SET te verplaatsen. Druk op de ENT toets. Het DATA SET menu verschijnt op het scherm. Data set keuzes of de toets om LLPOSITION, Gebruik de SELECT knop,de TIME/DATE of SOG/COG te selecteren. MANUAL LL wordt apart beschreven. Druk op de ENT toets. De On/Off (aan/uit) optie wordt afgebeeld. Gebruik de SELECT knop of een microfoontoets om On of Off (aan of uit) te selecteren.
BEDIENINGSPROCEDURES Data set keuzes of de toets om MANUAL LL te Gebruik de SELECT knop, de selecteren. Druk op de ENT toets. Het MANUAL LL menu verschijnt op het scherm. Manual LL menu Gebruik de SELECT knop om SET te selecteren. Druk op de ENT toets. Het SET LL/TIME scherm verschijnt. Handmatig positie invoeren toets om de knipperende cursor op de Druk op de ENT of de eerste positie van de breedteregel te plaatsen. Gebruik de kiezen.
BEDIENINGSPROCEDURES Druk op de ENT of de toets om de knipperende cursor naar de volgende positie van de lengteregel te plaatsen. Gebruik de SELECT knop of de microfoontoetsen 0-9 om de juiste lengte in graden en minuten in te voeren. Na invoer van de lengte wordt de cursor automatisch naar de tijdregel verplaatst. Druk op de ENT of de toets om de knipperende cursor op de eerste positie van de tijdregel te plaatsen. Gebruik de SELECT knop of de microfoontoetsen 0-9 om de juiste tijd in te voeren.
BEDIENINGSPROCEDURES het invoeren van een MMSI nummer wordt dan geblokkeerd. Raadpleeg uw dealer voor assistentie. Om een MMSI nummer in te voeren: Druk op de MENU toets. De menu-items verschijnen op het scherm. Gebruik de SELECT knop om de cursor naar MMSID SET te verplaatsen. Druk op de ENT toets. Het MMSID TYPE menu wordt weergegeven. MMSI type kiezen Gebruik de SELECT knop om SHIP ID te selecteren. Druk op de ENT toets. Een knipperende cursor verschijnt op de eerste cijferpositie.
BEDIENINGSPROCEDURES TIME SET Met deze functie kan 12 of 24 uursformaat ingesteld worden en kan de offset van de lokale tijd ten opzichte van de Universal Coordinated Time (UTC) ingevoerd worden. Druk op de MENU toets. De menu-items verschijnen op het scherm. Gebruik de SELECT knop om de cursor naar TIME SET te verplaatsen. Druk op de ENT toets. Het TIME FORMAT menu wordt weergegeven. Tijd formaat (12/24) keuze Gebruik de SELECT knop om het gewenste formaat te kiezen; 12 of 24 uurs. Druk op de ENT toets.
BEDIENINGSPROCEDURES NMEA SET Door deze functie kunnen gegevens van apparatuur die met eerdere versies van het NMEA protocol werkt gebruikt worden om een positie en tijd te verkrijgen. Druk op de MENU toets. De menu-items verschijnen op het scherm. Gebruik de SELECT knop om de cursor naar NMEA SET te verplaatsen. Druk op de ENT toets. Het NMEA CHECKSUM menu wordt weergegeven.
DSC WERKING DSC WERKING De Digital Selective Calling (DSC) functies van uw SX 35 DC marifoon voegen veiligheid en gemak aan de VHF communicatiemogelijkheden toe. Met behulp van DSC kunt u contact maken met andere met DSC apparatuur uitgeruste schepen en walstations door de gewenste naam uit uw persoonlijke oproep directory te kiezen, een oproeptype te selecteren en een toets in te drukken.
DSC WERKING MMSID OPMERKING Om DSC functies te kunnen gebruiken, dient u een 9 cijferig Maritime Mobile Serice Identity (MMSI) nummer te verkrijgen en dat in de marifoon te (laten) programmeren alvorens u gaat zenden. Om een MMSI nummer te verkrijgen zult u gevraagd worden bepaalde gegevens omtrent uw schip te verschaffen. Neem hiervoor contact op met de autoriteiten voor radiocommunicatie van uw land.
DSC WERKING de rode knop loslaten om de 3 seconde teller weer op nul te zetten. Wanneer het noodbericht wordt verzonden verschijnt het Sending Distress Call scherm. Het akoustische alarm blijft klinken totdat dit wordt gestopt of er een acknowledgement (bevestiging) ontvangen wordt.
DSC WERKING weerklinkt iedere 2 minuten om aan te geven dat een noodbericht aktief is. Het noodbericht wordt iedere 3,5 tot 4,5 minuut automatisch herhaald, totdat het opgeheven wordt. Heruitzendingen van een noodbericht worden automatisch gestopt indien een DSC Acknowledgement (bevestiging) van een SAR walstation wordt ontvangen, of wanneer de heruitzending handmatig door u wordt opgeheven. Om handmatig een heruitzending van een DSC noodbericht te stoppen: Druk op de END toets.
DSC WERKING NOODOPROEP VERZONDEN DOOR ANDER SCHIP Indien uw SX35 DSC marifoon een noodbericht van een ander schip ontvangt, klinkt er een alarmtoon en verschijnt het volgende scherm: Distress alarm, pagina 1 Het scherm geeft de tijd, het MMSI nummer van het schip in nood en de lengte/breedte coördinaten weer. Het plus (+) teken geeft aan dat er nog een pagina met informatie is.
DSC WERKING Druk op de ENT toets om van pagina 1 naar 2 en andersom te gaan. ACK van walstation naar ander schip, pagina 2 Het MMSI nummer van het schip in nood en ACK verschijnen op de tweede pagina. Houdt luisterwacht op kanaal 16 en bereid u voor assistentie te verlenen.
DSC WERKING Het MMSI nummer van het schip in nood en het oproeptype RELAY verschijnen op de tweede pagina. Uw schip zendt een Distress Relay bericht niet opnieuw uit. Normale DSC oproepen Uw SX 35 DSC kan 4 soorten DSC oproepen verzenden; Distress (nood), All Ship’s (alle schepen), Individual (individueel) en Group (groep). Behalve Distress is iedere oproepsoort onderverdeeld in één of meerdere prioriteiten. All Ship’s kan in twee prioriteiten verzonden worden: Urgency en Safety.
DSC WERKING het oproepende schip in de oproep meegestuurd. Bij communicatie met een walstation is het het walstation dat in zijn bevestiging (ACK) het kanaal bepaalt. Uw SX 35 DSC marifoon verzendt Individual oproepen als Routine, maar kan zowel Routine als Safety Individual oproepen ontvangen. DIRECTORY OPROEP Directory oproepen worden gedaan door een scheeps- of stationsnaam uit de oproepdirectory te selecteren. Deze directory bevat 32 vooraf door u ingevoerde namen.
DSC WERKING Druk op de CALL toets om de oproep te verzenden. DSC oproepen worden gedaan op kanaal 70. Het kanaalnummer zal even 70 worden en vervolgens weer teruggaan naar het geselecteerde werkkanaal. Zolang gewacht wordt op een bevestiging (ACK) van het opgeroepen schip is WAITING.... op de onderste regel van het scherm zichtbaar. Wacht op een ACK Bij ontvangst van een bevestiging klinkt een geluidssignaal en verschijnt ACK RECEIVE op de onderste regel van het scherm.
DSC WERKING Druk op de CALL toets. Het DSC oproep menu verschijnt op het scherm. Gebruik de SELECT knop om INDIVIDUAL te selecteren. handmatige DSC oproep Druk op de CALL toets. Het SELECT CALL scherm verschijnt. Kies oproeptype Gebruik de SELECT knop om VESSEL (schip) of STATION (walstation) te kiezen. Druk op de CALL toets. Al naar gelang uw keuze verschijnt het SET CH/SET MMSID scherm voor een oproep naar een schip of het SET MMSID scherm voor een oproep naar een walstation.
DSC WERKING Gebruik de SELECT knop of de microfoontoetsen om het MMSI nummer te wijzigen. Druk, indien het MMSI nummer juist is, op de CALL toets om de oproep te verzenden. DSC oproepen worden gedaan op kanaal 70. Het kanaalnummer zal even 70 worden en vervolgens weer teruggaan naar het geselecteerde werkkanaal. Zolang gewacht wordt op een bevestiging (ACK) van het opgeroepen schip is WAITING.... op de onderste regel van het scherm zichtbaar.
DSC WERKING worden in ernstige situaties, die echter niet ernstig genoeg zijn om een Distress oproep te rechtvaardigen en waarbij pogingen tot spraakcommunicatie niet zijn gelukt. Om een All Ship’s oproep te doen: Druk op de CALL toets. Het DSC oproepmenu verschijnt op het scherm. Gebruik de SELECT knop om ALL SHIP’S te selecteren. DSC All Ship’s oproep Druk op de CALL toets. Het CALL TYPE menu wordt weergegeven. DSC Oproepsoort Kies met behulp van de SELECT knop voor URGENT of SAFETY.
DSC WERKING Wachten op antwoord (spraak) Uw marifoon schakelt automatisch over naar kanaal 16. Luister naar antwoorden van schepen die uw oproep hebben ontvangen. Er wordt geen DSC ACK gegeven ter bevestiging van de ontvangst van uw oproep. Gebruik de PTT knop om de spraakcommunicatie voort te zetten. Het normale communicatiescherm wordt weergegeven. Indien u geen respons krijgt op de oproep, druk dan op de END toets. Het normale communicatiescherm wordt dan weergegeven.
DSC WERKING Druk op de CALL toets. Het SET CH menu wordt weergegeven. Het huidige MMSI groepsnummer verschijnt op de onderste regel van het scherm. Kies een kanaal Kies met de microfoontoetsen of de SELECT knop een werkkanaal. Als suggestie voor dit oproeptype verschijnen 4 kanaalnummers op het scherm. Indien toegestaan door uw lokale autoriteiten kunnen andere kanalen gebruikt worden. Druk op de CALL toets. De oproep wordt verzonden en WAITING.... verschijnt op de onderste regel van het scherm.
DSC WERKING Group oproepen worden als Routine ontvangen. Indien uw SX 35 DSC een DSC oproep van een ander schip of walstation ontvangt, dan wordt een geluidssignaal gegeven en een Ontvangen Oproep scherm verschijnt. In dit scherm worden de tijd van de oproep, de oproeper, de soort en de prioriteit van de oproep weergegeven. Ook wordt een nummer weergegeven ter aanduiding van het aantal oproepen in het oproeplog. Het oproeplog kan de informatie van 32 oproepen bevatten.
DSC WERKING Druk op de END toets om het geluidssignaal te stoppen zonder een ACK te verzenden. De oproep wordt onderbroken en het normale communicatiescherm wordt weergegeven. Druk op de ENT toets om het geluidssignaal te stoppen en de ACK later te verzenden. Wisselend wordt nu het ACK scherm en het Ontvangen Oproep scherm weergegeven.
DSC WERKING DSC oproep menu Druk nogmaals op de CALL toets. De meest recente oproep uit het oproeplog wordt op het scherm weergegeven. Laatst ontvangen oproep Let op de soort en prioriteit van de laatste oproep in het oproeplog. Kies met behulp van de SELECT knop een item uit het oproeplog. Druk op de CALL toets. Een Individual Routine oproep wordt verzonden. Ga verder op dezelfde manier als bij normale DSC oproepen.
DSC WERKING All Ship’s URGENT All Ship’s SAFETY Indien het oproepende schip of station in uw oproep Directory staat, dan wordt de naam van het schip of station weergegeven. Staat dit niet in de Directory, dan wordt het MMSI nummer van de oproeper weergegeven. De marifoon wordt op kanaal 16 gezet. Druk op de END toets om het geluidssignaal te stoppen en wacht op een spraakbericht. Er is geen DSC ACK voor All Ship’s oproepen.
ATIS ATIS De SX 35 DSC / ATIS kan op twee standen werken; de SEA stand (DSC) en de WATERWAYS stand (ATIS). Op de SEA stand werkt de marifoon op basis van DSC klasse D. De WATERWAYS ofwel ATIS stand werkt op basis van binnenlandse wateren. De procedures om naar de WATERWAYS stand over te schakelen en om het ATIS CALL SIGN te programmeren zijn als volgt: Omschakelen naar WATERWAYS stand (ATIS): Na het aanzetten staat de marifoon normaliter in de SEA stand. Gebruik de SELECT knop om WATERWAYS te selecteren.
ATIS Het ATIS CALL SIGN instellen Druk op de MENU toets. De menu-items verschijnen op het scherm. Draai de SELECT knop om de cursor naar ATIS SET te verplaatsen. Druk op de ENT toets. Het ATIS SET menu verschijnt. OPMERKING ATIS CALL SIGN dient vervangen te worden door 10 cijfers. Indien u niet zeker weet hoe u dit moet doen, raadpleeg dan uw dealer. Druk op de ENT toets. De cursor knippert op de positie na de ‘9’. Het eerste getal is altijd een 9.
ATIS Nadat het ATIS CALL SIGN is ingevoerd knippert de cursor onder de laatste cijferpositie. Druk op de ENT toets. Druk nogmaals op de ENT toets. STORED OK verschijnt kort op de onderste regel van het scherm om aan te geven dat de invoer gedaan is. LET OP Verzeker u ervan dat u de juiste getallen invoert. Het registreren van het ATIS CALL SIGN kan slechts één keer.
ATIS Omschakelen naar de SEA stand Om vanuit de WATERWAYS stand naar de SEA stand te schakelen: Zet de marifoon uit en na enkele secondes weer aan. Gebruik de SELECT knop om SEA te selecteren. Druk op de ENT toets. Het scherm gaat naar het normale communicatiescherm van de SEA stand. De marifoon is klaar voor gebruik in de SEA stand.
EXTRA INFORMATIE Extra informatie Onderhoud De SX 35 DSC is gepoduceerd met behulp van bewezen processen en moderne technologie. Bij normaal gebruik heeft uw SX 35 SC een lange en nuttige levensduur. De volgende voorzorgsmaatregelen kunnen schade aan de marifoon vermijden: Druk nooit de PTT knop in, indien er geen antene of een juiste dummybelasting op de antenne aansluiting is aangesloten. Zet de marifoon niet aan indien de spanningsbron geen spanning binnen het opgegeven bereik van 11 tot 16 Vdc levert.
EXTRA INFORMATIE GEHEUGENKANALEN WISSEN Op de volgende wijze kan de kanalenbank voor de Memory Scan functie leeggemaakt worden: Druk de MEM toets in terwijl u de marifoon aanzet en houdt deze ingedrukt. NIEUWE MICROFOON Op de volgende wijze wordt het toetsenbord geïnitialiseerd, wanneer een nieuwe microfoon is geïnstalleerd: Druk op de 1 toets op de microfoon en houdt deze ingedrukt terwijl u de marifoon aanzet.
EXTRA INFORMATIE Storingen oplossen Symptoom Marifoon gaat niet aan. Brom in de luidspreker bij draaiende motor. Geen geluid uit de luidspreker. Zwak zendsignaal, zelfs op HI (25 W). Lengte en breedte coördinaten worden niet weergegeven. Mogelijke oorzaak Geen voedingsspanning, doorgeslagen zekering, probleem in de bedrading. Ruis door de ontsteking of het laadsysteem. Squelch te hoog, volume te laag. Kanaal wordt geblokkeerd door vastzittende microfoonknop.
EXTRA INFORMATIE Specificaties SX DSC 35 Technische gegevens ALGEMEEN Standaard Voldoet aan EU specificatie EN301-025 V1.1.2 (augustus 2000), Radio Regulations Appendix 18, en DSC klasse D/SC-101. Aantal kanalen Alle beschikbare internationale kanalen (zie appendix 18). In flash programmeerbaar voor verschillende reguleringen in verschillende landen. Invoerspanning 13,6 VDC met geïsoleerd chassis. Afmetingen (B x H x D) 153 x 61 x 158 mm inclusief koellichaam, exclusief houder.
EXTRA INFORMATIE Het LCD scherm heeft een regelbare oranje scherm/toetsenbord verlichting. Het contrast kan bijgesteld worden. Het scherm is 63,3 x 23 mm. Speaker Geseald waterbestendig polypropyleen. Microfoon Speciaal ontworpen microfoon met 12 alfanumerieke toetsen. Invoer met de microfoon werkt tegelijk met de draaiknop en maakt discrete kanaalinvoer mogelijk. Kanaal selectie/wijzigen:2 bit draaiknop. Squelch/volume regeling:Geïntegreerd, inclusief apparaat aan/uit regeling.
EXTRA INFORMATIE All Safety – (108) F3E/G3E Simplex – Ships – (100) (116) Individu Urgency – F3E/G3E Simplex – al – (110) (100) (120) Individu Safety – (108) F3E/G3E Simplex – al – (100) (120) Individu Routine – F3E/G3E Simplex – al – (100) (100) (120) Group – Routine – F3E/G3E Simplex – (114) (100) (100) 2e Telecommand Transmit & Receive (126) – Geen informatie. X X X X X X X X DSC Distress toets Rood en bedekt. Het kunstof kapje zit vast om verlies te voorkomen. De toets is continu verlicht.
EXTRA INFORMATIE GPS/NMEA $GPRMC zin wordt gedecodeerd. NMEA checksum kan uit- of aangezet worden. GPS scherm Gegevens worden geselecteerd uit het volgende: Datum & lokale tijd & positie (3 karakters voor sec.) SOG/COG & positie (3 karakters voor sec.) Tijd en handmatige positie (geen sec.) Geen data. Data uitvoer DSC Call Formats kunnen naar een PC en printer gestuurd worden met een standaard terminal programma, 4800 baud.
EXTRA INFORMATIE Modulatie G3E voor spraak; G3B voor DSC data. Zend frequenties 156.025 MHz – 157.425 MHz met intervallen van 25 kHz. Valse/harmonische Emissies Minder dan 0.25µW. Modulatie vervorming deviatie. Minder dan 4 % bij 1 kHz voor +/- 3 kHz Modulatie begrenzer +/- 5 kHz deviatie met 100 % modulatie. Frequentie respons +6 dB/oktaaf binnen +1/-3 dB van 300 tot 2500 Hz. 18 dB/oktaaf boven 3000 Hz. Een audio laagdoorlaatfilter is ingebouwd. Brom en ruis Minder dan -40 dB.
EXTRA INFORMATIE Gevoeligheid naastliggende kanaal Meer dan -70 dB voor +/- 25 kHz. Image rejection Meer dan -70 dB. Intermodulatie valse respons Meer dan -70 dB. Ruisniveau Meer dan -40 dB zonder squelch. Audio frequentie respons 6 dB/oktaaf binnen +1/-3 dB van 300 tot 2500 Hz. 18 dB/oktaaf boven 3000 Hz Kanaaltoewijzingen De volgende tabel geeft de kanalen, de frequenties en het gebruik voor Marine VHF communicatie weer.
EXTRA INFORMATIE INTERNATIONALE MARINE KANALEN Kanaal S/D 01 02 03 04 05 D D D D D Frequentie (MHz) TX RX 156.050 160.650 156.100 160.700 156.150 160.750 156.200 160.800 156.250 160.850 06 07 S D 156.300 156.350 156.300 160.950 08 09 S S 156.400 156.450 156.400 156.450 10 11 12 13 14 15 16 17 18 S S S S S S S S D 156.500 156.550 156.600 156.650 156.700 156.750 156.800 156.850 156.900 156.500 156.550 156.600 156.650 156.700 156.750 156.800 156.850 161.500 19 D 156.950 161.
EXTRA INFORMATIE 37 60 S D 157.850 156.025 157.850 160.625 61 D 156.075 160.675 62 D 156.125 160.725 63 D 156.175 160.775 64 D 156.225 160.825 65 D 156.275 160.875 66 D 156.325 160.925 156.375 156.425 156.475 67 68 69 S S S 156.375 156.425 156.475 70 71 72 S S S 156.525 156.575 156.625 156.525 156.575 156.625 73 S 156.675 156.675 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 S S S S D D D D D D D D 156.725 156.775 156.825 156.875 156.925 156.975 157.025 157.075 157.
PONY ELECTRIC CORPORATION No.