Operation Manual

BASIS RADIOCOMMUNICATIE PROCEDURES
SX 35 DSC - 9
Basis radiocommunicatie procedures
Distress- of noodoproepen kunnen hetzij handmatig hetzij
automatisch worden gedaan. Een automatisch verzonden
noodoproep maakt gebruik van de Digital Selective Calling (DSC)
functies van uw zendontvanger; hiervoor is een correct aangesloten
en werkende navigatie ontvanger nodig. De volgende procedures
zijn voor het handmatig verzenden van een noodoproep. Het
automatisch verzenden van een noodoproep wordt beschreven in
het DSC gedeelte van deze handleiding.
Gebruik van kanaal 16
Kanaal 16 is het oproep- en noodkanaal. Een noodgeval kan
gedefinieerd worden als een situatie waarin levensgevaar dreigt. Zet
in zo’n situatie uw zendontvanger aan en schakel met behulp van de
kanaalkeuze knop naar kanaal 16. Maak dan gebruik van de
volgende procedure om de noodoproep te doen.
De totale uitzending dient niet langer dan 1 minuut te duren.
Druk de Push To Talk (PTT) knop op de microfoon in. Spreek
langzaam en duidelijk in de microfoon: “Mayday, Mayday, Mayday,
this is [naam van uw schip], [naam van uw schip], [naam van uw
schip]”.
Herhaal eenmaal: “Mayday, [naam van uw schip]”.
Geef uw positie in lengte en breedte of uw koers (waar of
magnetisch, geef aan welke) en afstand tot een bekend punt door.
Leg uit in welke noodsituatie u verkeert (brand, zinkend schip,
aanvaring, stranding, gezondheidstoestand, verwonding, enz.).
Geef aan wat voor assistentie u nodig heeft (brand, medische hulp,
pompen, enz.).
Vermeld het aantal mensen dat aan boord is en de toestand van
eventuele gewonden.
Maak een inschatting van de zeewaardigheid en toestand van uw
vaartuig.
Beschrijf uw vaartuig: lengte, type kleur en andere opvallende zaken.
Beëindig het bericht met “Over”. Laat de Push To Talk (PTT) knop
los en wacht op een antwoord.