Operation Manual

26
NL
3. BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR DE MONTAGE
Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor de aansluiting op een 12 volt systeem met
negatieve massa.
De warmte die wordt afgegeven bij de krachtafgifte vereist een plaat van montage
met voldoende luchtcirculatie. Het is van groot belang dat de koelribben van de
warmteafleider niet tegen een plaat of een oppervlak aanliggen waardoor de
luchtcirculatie negatief zou kunnen worden beïnvloed. De versterker mag niet in
kleine of ongeventileerde ruimten (bv. holte voor het reservewiel of onder de
vloerbedekking van de auto) worden geïnstalleerd. De montage in de kofferbak
verdient aanbeveling.
Monteer de versterker dusdanig dat hij verreweg is beveiligd tegen schokken, vuil
en stof.
Let er op dat de in-/uitvoersnoeren ver genoeg van de stroomtoevoerkabels
verwijderd zijn omdat er anders gevaar bestaat voor stoorinstraling.
Let er op dat de zekering en de bedieningselementen na de montage toegankelijk
zijn.
Het vermogen en de betrouwbaarheid van de installatie is afhankelijk van de
kwaliteit van de montage. Laat de montage bij voorkeur door een vakbedrijf
doorvoeren. Dat geldt vooral voor een installatie met verschillende luidsprekers of
voor een complex meerwegsysteem.
4. AANSLUITINGEN
4.1 STROOMVOORZIENING EN AUTOMATISCHE INSCHAKELING
Belangrijke aanwijzing: scheid voordat u met de installatie begint de plusklem
van de motoraccu. Zo voorkomt u kortsluiting.
De elektrische leidingen die over het algemeen voor auto's worden toegepast in
boordnetten zijn niet voldoende voor de behoefte van een eindversterker. Let er op dat
de elektrische leidingen naar GND en naar +12 V klem voldoende gemissioneerd zijn.
Voor de verbinding van de accu naar de stroomklemmen van de versterker dient een
kabeldoorsnede van ten minste 6 mm² (MPX 2000) / 10 mm² (MPX 2500) te worden
gebruikt.
Maak eerst de verbinding tussen de GND-klem en de versterker en de minpool en de
accu. Een goede verbinding is van groot belang. Verwijder vuil zorgvuldig van het
aansluitingspunt van de accu. Een losse aansluiting kan storing, storend geluid of
vervorming veroorzaken.