Magellan eXplorist 500 Referentiehandleiding
Inhoud eXplorist 500 GPS-ontvanger Functies van de Magellan eXplorist GPS-ontvanger Knoppenbeschrijving De batterij opladen en installeren Een optionele SD-card installeren Verbinden met een Personal Computer De eXplorist 500 gebruiken Naar een bestemming gaan Uw positie opslaan Het spoor terug volgen Extra functies Samenvatting De eXplorist inschakelen De eXplorist uitschakelen De achtergrondverlichting in/uitschakelen De eXplorist voor de eerste keer gebruiken Afronden Navigatieschermen Navigatiescherme
Inhoud Overzicht bestandsstructuur Het bestandssysteem met POI’s gebruiken Het bestandssysteem met routes gebruiken Het bestandssysteem met tracklogs gebruiken Bezienswaardigheden Uw positie markeren Snelmarkeren van uw positie Uw positie opslaan (geïndividualiseerd) POI’s aanmaken voor andere locaties dan uw huidige positie Een positie markeren door coördinaten in te voeren Een positie markeren met behulp van de kaartcursor Een positie markeren met behulp van een kaartobject De POI-database Een gebruikers
Inhoud Een actieve tracklog opslaan Een Terugwegroute creëren De actieve track leegmaken De tracklog naar een route converteren De tracklog op de kaart bekijken Werken met opgeslagen tracklogs Opgeslagen tracklogs volgen Een opgeslagen tracklog omkeren Een opgeslagen tracklog verwijderen Een opgeslagen tracklog verplaatsen Een opgeslagen tracklog kopiëren Geavanceerde functies Terreinberekening gebruiken Alle POI’s uit de oppervlakteberekeningslijst verwijderen De POI-lijst bewerken in Oppervlakteberekenin
Inhoud Overzicht van uploaddetails van MapSend naar de eXplorist POI’s, routes en tracks tussen MapSend en de eXplorist uitwisselen POI’s, routes en tracks naar MapSend verzenden Waypoints, routes en tracks vanuit MapSend verzenden Voorkeuren GPS herstarten Actieve setup gebruiken De standaardmappen wijzigen Achtergrondkaart of detailkaart selecteren Eenheden kaart instellen Navigatiemaateenheden selecteren De noordreferentie kiezen Het coördinatensysteem kiezen De kaartdatum kiezen Energiebeheer gebruiken
*** WAARSCHUWINGEN *** GEBRUIK UIT VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN GEEN NAVIGATIETOESTEL ALS U EEN VOERTUIG BESTUURT. Probeer geen instellingen van de Magellan eXplorist te wijzigen terwijl u een voertuig bestuurt. Breng het voertuig volledig tot stilstand of laat een medepassagier de wijzigingen uitvoeren. Uw blik van de weg af richten is gevaarlijk en kan leiden tot een ongeval, waarin u of anderen gewond kunnen raken.
*** WAARSCHUWINGEN *** *** Niets uit deze handleiding mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Thales Navigation worden gereproduceerd of overgedragen in welke vorm of op welke manier dan ook, elektronisch of mechanisch, met inbegrip van fotokopiëren en opnemen, voor enig ander doel dan persoonlijk gebruik van de koper. © 2005 Thales S.A. Alle rechten voorbehouden. Het Magellan-logo, Magellan, eXplorist en TrueFix zijn handelsmerken van Thales.
eXplorist 500 GPS-ontvanger 1 Functies van de Magellan eXplorist GPS-ontvanger • • • • • • • Interne Achtergrondkaart (8 MB) Kleurenscherm met hoge resolutie Kant en klaar geladen bezienswaardigheden Robuust ontwerp, rubberen bescherming 8 MB effectief geheugen Superieur volggedrag met 14 parallelle kanalen Oplaadbare Li-Ion batterij • • • • TrueFix™ GPS-technologie Precisie tot op 3 meter Meervoudige tracklogs Onbeperkte opslag van gegevens met SD cards • Zakformaat en waterbestendig volgens IPX-7 An
eXplorist 500 GPS-ontvanger 2 Knoppenbeschrijving: Aan/Uit Schakelt de eXplorist in of uit. Achtergrondverlichting Schakelt de achtergrondverlichting in Rouleert tussen de standen achtergrondverlichting uit, lage sterkte en hoge sterkte. ENTER Wordt gebruikt om gemarkeerde menu-onderdelen te openen of gemarkeerde knoppen te accepteren. ESC Annuleert gegevensinvoer De geopende functie sluiten en teruggaan naar het laatste scherm. De navigatieschermen in terugwaartse richting doorlopen.
eXplorist 500 GPS-ontvanger Opening voor montage polsriem 3 Aansluiting voor externe voeding en aansluiting op een personal computer. Batterijdeksel Batterijdekselvergrendeling (losschroeven om batterijdeksel te verwijderen voor het plaatsen van batterijen.
eXplorist 500 GPS-ontvanger 4 De batterij opladen en installeren De batterij installeren: Verwijder het batterijdeksel door dit los te schroeven en op te tillen. Plaats de batterij zoals weergegeven en plaats het batterijdeksel terug. De batterij opladen: Belangrijk: Laad de batterij volledig op, alvorens uw eXplorist voor het eerst te gebruiken. Sluit de pc-kabel aan op de achterkant van de eXplorist. Sluit de netadapterplug aan op de pc-kabel en steek de adapter vervolgens in het stopcontact.
eXplorist 500 GPS-ontvanger 5
eXplorist 500 GPS-ontvanger 6 Een optionele SD-card installeren Open het batterijdeksel en verwijder de LI-ION-batterij, om de SD-cardhouder vrij te maken. Druk licht op de ontgrendeling van de SD-cardhouder, waardoor de houder open springt. Ontgrendeling SD-cardhouder Schuif de SD-card in de geopende houder (in grijs weergegeven). Leg de SD-card NIET vlak in het batterijvak omdat op deze manier schade ontstaat bij het sluiten van de cardhouder.
De eXplorist 500 gebruiken 7 De eXplorist 500 maakt gebruik van gegevens die afkomstig zijn van GPS-satellieten, die draaiend in een baan om de aarde gedetailleerde gegevens over uw exacte locatie kunnen doorgeven. Dit is het fundament voor de eXplorist, waarmee het toestel u van de noodzakelijke gegevens voorziet om uw bestemming te bereiken. Naar een bestemming gaan U zult de eXplorist waarschijnlijk het meest gebruiken als navigatiegereedschap om op een gekozen bestemming te arriveren.
De eXplorist 500 gebruiken 8 Stap twee: Waar wilt u naartoe? De eXplorist weet nu waar u bent. Vervolgens kunt u vertellen waar u naartoe wilt. Er zijn veel verschillende manieren waarop dit kan, maar de meest eenvoudige en meest gebruikte manier is via een GOTO-route. Dit is een route in één etappe met een startpunt (waar u nu bent) en een bestemming (waar u naartoe wilt). De bestemming wordt gekozen met behulp van de databaseBezienswaardigheden.
De eXplorist 500 gebruiken 9 positie heeft berekend, op de knop MARK om deze plek op te slaan. U kunt bijvoorbeeld de naam “Meerval1” gebruiken om deze bezienswaardigheid op te slaan. Volgend jaar kunt u met een druk op de knop GOTO weer naar deze plek terugkeren. Een eenvoudiger situatie die vaker voorkomt is het vinden van uw auto op de immense parkeerplaats bij het winkelcentrum. Parkeer uw auto, stap uit en laat de eXplorist uw positie berekenen. (zorg dat u vrij zicht op de open lucht hebt.
De eXplorist 500 gebruiken 10 Extra functies De Magellan eXplorist heeft alle functies die u verwacht van een hoogwaardig Magellan handheld navigatietoestel, met daarnaast nog veel meer om uw belevenissen buitenshuis zo aangenaam mogelijk te maken. U kunt de navigatieschermen aanpassen om die gegevens zichtbaar te maken die belangrijk voor u zijn.
Beginnen 11 De eXplorist inschakelen Druk op de knop AAN/UIT rechtsboven. Om te voorkomen dat de eXplorist per ongeluk wordt ingeschakeld en de batterijen leegraken, moet u tijdens weergave van het Openingsscherm op ENTER drukken. U hebt ongeveer 30 seconden om na het indrukken van AAN/UIT op ENTER te drukken, anders schakelt de eXplorist zichzelf automatisch weer uit. De eXplorist uitschakelen Druk op de knop AAN/UIT rechtsboven om de eXplorist uit te schakelen.
Beginnen 12 De eXplorist voor de eerste keer gebruiken De eXplorist inschakelen. Druk op de knop Aan/uit. Druk als het Openingsscherm verschijnt op ENTER. Kies Taal. Als u de eXplorist voor het eerst gebruikt, kunt u een keus maken uit de tien talen die het toestel ondersteunt. U kunt de gebruikte taal later ook altijd weer wijzigen via Menu > Voorkeuren > Talen.
Beginnen 13 Het Satellietstatus scherm wordt voortdurend bijgewerkt en u kunt grafisch volgen hoe goed de eXplorist zijn werk doet. Als de eXplorist voldoende gegevens heeft om een positiefix uit te voeren, wordt het Satellietstatus scherm vervangen door een schermkaart. De pijlcursor in het midden van de schermkaart geeft uw positie aan. Als u zich voortbeweegt, verplaatst de pijl zich in de richting waarin u koerst.
Beginnen 14 Huidige tijd invoeren. Voer met de joystick de huidige tijd in. Joystick Joystick Joystick Joystick omhoog: het gemarkeerde getal verhogen omlaag: het gemarkeerde getal verlagen naar rechts: verplaatst de markering één karakter naar rechts naar links: verplaatst de markering één karakter naar links U kunt tussen AM en PM overschakelen door de joystick omhoog of omlaag te bewegen als AM of PM is gemarkeerd. Druk op ENTER als u de juiste tijd hebt ingevoerd.
Beginnen 15 Koude versus warme start. Als de eXplorist wordt ingeschakeld controleert het toestel eerst welke satellieten het boven zich heeft en op welke relatieve posities deze zich bevinden. De eXplorist gebruikt hiervoor een interne satellietalmanak. In deze almanak bevinden zich gegevens over welke satellieten zich op een gegeven tijdstip boven specifieke delen van de aarde bevinden en wat bij benadering hun positie t.o.v. de eXplorist is.
Navigatieschermen 16 Navigatieschermen Navigatieschermen openen De eXplorist heeft drie navigatieschermen en een Satellietstatusscherm. Deze schermen worden één voor één opgeroepen met de knop NAV. Alle schermen bevatten dezelfde informatie, alleen op verschillende manieren gepresenteerd. U kiest het scherm dat het best bij uw toepassing past. NAV ESC NAV ESC ESC NAV ESC NAV Tip: Met de toets ESC bladert u ook door de navigatieschermen, net als met de knop NAV, maar dan in omgekeerde richting.
Navigatieschermen 17 • Druk op MENU en kies MapinfoUIT of Toon Mapinfo om de gegevensvelden onderin het scherm respectievelijk uit of in te schakelen. • Druk op MENU en kies Pag. aanpassen om de weergegeven informatie onderin het scherm aan te passen. • Druk op MENU en kies Kaartconfiguratie om de oriëntatie van het scherm en/of de primaire toepassing (land of marine) te wijzigen.
Navigatieschermen 18 Schermodi kaart Voor de schermkaart zijn er twee modi beschikbaar: positiemodus en cursormodus. In de positiemodus geeft de schermkaart uw positie weer, aangeduid door het pijlicoon in het midden van de kaart. De pijl geeft niet alleen uw positie aan maar ook, indien van toepassing, in welke richting u zich verplaatst. De positiemodus is de standaardmodus voor de schermkaart. Als u de schermkaart opent, is de positiemodus altijd actief. De schermkaart in positiemodus.
Navigatieschermen 19 Kaartgegevens tonen of verbergen De gegevens onderin de schermkaart kunnen u helpen bij het navigeren naar uw bestemming. Wellicht wilt u echter in plaats van deze gegevens een groter deel van de kaart zien. U kunt deze gegevens dan ook verbergen. 1. Druk vanuit de schermkaart op MENU. 2. Markeer MapinfoUIT of Toon Mapinfo en druk op ENTER.
Navigatieschermen 20 De kaartgegevens aan uw wensen aanpassen U kunt de aard van de gegevens die in de twee velden onderin het scherm wordt weergegeven aan uw wensen aanpassen.
Navigatieschermen 21 Straatgegevens weergeven Op de plaats van de twee gegevensvelden onderin het scherm kunt u ook gegevens over de straat waar u zich bevindt laten weergeven. Zo geeft u straatinfo weer: 1. Druk vanuit de schermkaart op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Pag. aanpassen. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick Straatinfo. 5. Druk op ENTER. Kaartoriëntatie wijzigen De standaard oriëntatie voor de schermkaart is Noord up.
Navigatieschermen 22 Primair gebruik wijzigen De schermkaart kan worden ingesteld voor primair gebruik op land (standaard) of op zee (marine). Bij instelling op primair landgebruik worden landgebieden weergegeven in wit en wordt water weergegeven in blauw. Als de kaart wordt ingesteld op zeegebruik is dit andersom. (Water is lichtblauw en landgebieden worden geel weergegeven.) Deze functie maakt het mogelijk tekst en kaartdetails makkelijker te lezen, afhankelijk van waar u navigeert.
Navigatieschermen 23 Details kaart wijzigen Het kaartscherm kan worden gewijzigd om verschillende detailniveaus weer te geven. Dit kan zinvol zijn tijdens het bekijken van zeer dichte delen van de kaart waar de vele details - die niet altijd nodig zijn - de weergave onverzichtelijk maken. Zo wijzigt u de details van de kaart: 1. Druk vanuit de schermkaart op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Kaartconfiguratie. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick het veld Detail. 5. Druk op ENTER.
Navigatieschermen 24 Het scherm aanpassen U kunt aanpassen welke onderdelen op de kaart worden weergegeven. Hierdoor kan de weergave overzichtelijker worden en komt het accent meer te liggen op de onderdelen waarin u geïnteresseerd bent. Zo past u het scherm aan: 1. Druk vanuit de schermkaart op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Kaartconfiguratie. 3. Druk op ENTER. 4. Beweeg de joystick naar links of rechts om het tabblad Weergave te markeren. 5.
Navigatieschermen 25 Het scherm Kompas In het scherm Kompas vindt u een eenvoudig te gebruiken kompas, waarvan het gebruik de meeste GPS-gebruikers bekend zal zijn. Belangrijkste functies van het scherm Kompas: • Bij een actieve route geeft de bovenkant van het kompasscherm de naam van de bestemming weer. • Druk op MENU en kies Pag. aanpassen om de weergegeven informatie bovenin het scherm aan te passen.
Navigatieschermen 26 De gegevensvelden aan uw wensen aanpassen U kunt de gegevens die bovenin het scherm worden weergegeven zo aanpassen dat ze voor u het nuttigst zijn.
Navigatieschermen 27 Scherm Positie Het scherm Positie geeft gedetailleerde positiegegevens weer in een tekstindeling die doorgewinterde navigators bekend zal voorkomen. Belangrijkste functies van het scherm Positie: •De positie wordt in tekstindeling weergeven volgens het gewenste coördinatensysteem. (Zie Coördinatensysteem instellen voor meer informatie over het instellen van het coördinatensysteem.) •Hoogtegegevens worden weergegeven.
Navigatieschermen 28 De tripteller op nul zetten Bij elke nieuwe trip wilt u waarschijnlijk bijhouden hoever u hebt gereisd. Hiervoor kan de tripteller op nul worden gezet. Zo zet u de tripteller op nul: 1. Druk vanuit het scherm Positie op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Reset trip. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Ja. 3. Druk op ENTER. In het waarschuwingsscherm kunt u zich nog bedenken.
Navigatieschermen 29 Satellietstatusscherm In het Satellietstatus scherm kunt u zien hoe goed de eXplorist contact maakt met satellieten. Belangrijke functies van het schermSatellietstatus: • Het type positiefix en het aantal gevonden satellieten wordt weergegeven. [Voor een 2D-positiefix zijn drie satellieten nodig; voor een 3D-positiefix zijn vier of meer satellieten nodig.] • Er wordt een grafische indicatie van de locatie van de satellieten weergegeven met de toegewezen nummeridentificatie.
Bestandsstructuur eXplorist 500 GPS 30 Primaire bestandsstructuur De eXplorist heeft een unieke bestandsstructuur, zoals nog nooit eerder gebruikt in een GPS-ontvanger. Deze is gebaseerd op het bestandssysteem waarmee u waarschijnlijk bekend bent als u een personal computer gebruikt. Overzicht bestandsstructuur Deze afbeelding geeft de basisindeling van de interne bestandsstructuur van de eXplorist weer.
Bestandsstructuur eXplorist 500 GPS 31 Het bestandssysteem met POI’s gebruiken • Bij het oproepen of opslaan van een POI gaat de eXplorist automatisch naar het standaard POI-bestand, waarin het POI wordt opgehaald of opgeslagen. OPMERKING: Het standaardbestand wordt in de fabriek ingesteld maar u kunt dit wijzigen bij Voorkeuren > Actieve setup.
Bestandsstructuur eXplorist 500 GPS 32 Het bestandssysteem met tracklogs gebruiken • Tracklogs worden op een andere manier opgeslagen dan POI’s en routes: elke tracklog is een apart bestand. Er kan voor tracklogs ook geen standaardbestand worden ingesteld. De eXplorist opent automatisch de interne tracklogmap. • Een nieuw tracklogbestand aanmaken: Markeer met de joystick de optie Actieve track en druk op ENTER. Markeer met de joystick de optie Opslaan en druk op ENTER.
Bezienswaardigheden 33 Bezienswaardigheden Of u nu in de auto rijdt, een wandeling maakt of een middag aan het zeilen bent, u zult altijd plaatsen waar u bent geweest willen opslaan in uw eXplorist om er later terug te keren. Dit is een basisfunctie van elke GPS-navigator. Het opslaan van deze plaatsen heet “Uw positie markeren” of afgekort MARK. De opgeslagen posities worden bezienswaardigheden of kortweg POI’s (Points of Interest) genoemd.
Bezienswaardigheden 34 Uw positie opslaan (geïndividualiseerd) Normaliter is het markeren van uw positie een kwestie van twee knoppen indrukken: MARK en ENTER. Er zijn echter situaties waar u het POI dat u opslaat wilt individualiseren, om latere identificatie makkelijker te maken. U kunt het icoon en de naam wijzigen en een bericht toevoegen. U kunt ook de positiecoördinaten en de hoogte wijzigen. Hiermee wordt de positie die wordt opgeslagen gewijzigd. Dit wordt behandeld in een volgend hoofdstuk. 1.
Bezienswaardigheden 35 POI’s aanmaken voor andere locaties dan uw huidige positie Soms wilt u een andere positie opslaan dan uw huidige positie. Dit kan in de eXplorist op twee manieren. U kunt de coördinaten van uw huidige positie wijzingen of u kunt in de cursormodus over de schermkaart pannen en de positie lokaliseren die u wilt markeren. Een positie markeren door coördinaten in te voeren. Deze methode kunt u het best gebruiken als u de coördinaatgegevens van de positie van een kaart hebt afgelezen.
Bezienswaardigheden 36 Een positie markeren met behulp van de kaartcursor Hiermee kunt u een andere dan uw huidige positie op de kaart markeren, door de cursor te verplaatsen over de kaart naar een locatie die u als POI wilt opslaan. 1. Schakel de eXplorist in cursormodus door vanuit de schermkaart de joystick te bewegen. 2. Verplaats de draadkruiscursor naar de positie die u als POI wilt opslaan. 3. Druk op MARK. 4. [Optioneel] Markeer met de joystick velden (icoon, naam, etc.
Bezienswaardigheden 37 De POI-database Alle POI’s die u hebt opgeslagen en de achtergrond-POI’s die bij de eXplorist werden geleverd kunnen vanuit de POI-database worden geopend. Zodra u vanuit de database een POI hebt geselecteerd kunt u dit bekijken of bewerken. Belangrijke functies van de POI-database zijn: • Zoeken naar door u opgeslagen POI’s, vanaf uw positie gerekend of in alfabetische volgorde.
Bezienswaardigheden 38 Een kant en klaar geladen POI zoeken met de functie Dichtstbij Zoeken naar kant en klaar geladen POI’s met de optie Dichtstbij is vrijwel identiek aan het zoeken naar gebruikers-POI’s, met één verschil. Kant en klaar geladen POI’s zijn onderverdeeld in vijf categorieën (Steden, Hoofdwegen, Luchthavens, Waterwegen en Parken) en u moet de categorie selecteren waarin dit POI kan worden gevonden. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Bezienswaardighed. 3.
Bezienswaardigheden 39 Een kant en klaar geladen POI zoeken met de functie Alfabetisch Deze handeling is vergelijkbaar met het zoeken naar een POI met Dichtstbij, maar er is een extra stap ingebouwd om het gewenste POI sneller te vinden. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Bezienswaardighed. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met een op/neer beweging van de joystick de optie Achtergrond kaart. 5. Selecteer met links/rechtsbeweging van de joystick de optie Alfabetisch. 6.
Bezienswaardigheden 40 Een gebruikers-POI bewerken Van door u opgeslagen POI’s kan het icoon, de naam, de hoogte en het bijgevoegde bericht worden bewerkt. U kunt ook de positie wijzingen, maar bedenk dat u hiermee eigenlijk een nieuw POI op een andere locatie aanmaakt. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Bezienswaardighed. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met een op/neerbeweging van de joystick Mijn POI’s. 5.
Bezienswaardigheden 41 Een gebruikers-POI verwijderen Hiermee kunnen door u opgeslagen POI’s worden verwijderd. Als u veel POI’s hebt opgeslagen kan het handig zijn er een selectief aantal te wissen om beter te kunnen zoeken in de overgebleven POI’s. POI’s die eenmaal zijn verwijderd kunnen niet meer worden hersteld. Als u een verwijderde POI wilt herstellen moet u de gegevens opnieuw invoeren.
Bezienswaardigheden 42 Een gebruikers-POI op de schermkaart bekijken. Door u opgeslagen POI’s kunnen op de schermkaart worden bekeken om u te helpen bij het lokaliseren van het POI. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Bezienswaardighed. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met een op/neerbeweging van de joystick Mijn POI’s. 5. Selecteer met links/rechtsbeweging van de joystick Dichtstbij of Alfabetisch. 6. Druk op ENTER. 7.
Bezienswaardigheden 43 Een kant en klaar geladen POI kopiëren Kant en klaar geladen POI’s, die als onderdeel van de achtergrondkaart zijn geladen, kunnen worden opgeslagen als gebruikers-POI’s. Het kant en klaar geladen POI wordt hiermee niet verwijderd (kant en klaar geladen POI’s kunnen niet worden verwijderd) maar het POI wordt gekopieerd naar het databaseonderdeel Mijn POI’s. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Bezienswaardighed. 3. Druk op ENTER. 4.
Bezienswaardigheden 44 Een gebruikers-POI op de schermkaart bekijken POI’s die zijn geladen als onderdeel van de achtergrondkaart kunnen op de schermkaart worden bekeken om het lokaliseren van het POI eenvoudiger te maken. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Bezienswaardighed. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met een op/neer beweging van de joystick de optie Achtergrond kaart. 5. Selecteer met links/rechtsbeweging van de joystick Dichtstbij of Alfabetisch. 6. Druk op ENTER. 7.
Bezienswaardigheden 45 Een gebruikers-POI op de schermkaart weergeven of verbergen U kunt kiezen of gebruikers-POI’s op de schermkaart worden weergegeven of worden verborgen. In de linker bovenhoek van het scherm POI opslaan (naast het icoonveld) bevindt zich een aankruisvakje waarin kan worden bepaald of het POI op de kaart zichtbaar moet zijn. Als dit vakje is aangekruist is het POI zichtbaar.
Routes 46 Routes Routes worden het minst begrepen maar vormen wel één van de belangrijkste functies van een GPSontvanger. Hoe beter u het concept Routes begrijpt, des te meer plezier zult u beleven aan uw eXplorist. De eenvoudigste en meest gebruikte routevorm is een GOTO-route. Een GOTO-route is een route van één etappe met een startpunt (uw huidige locatie) en een bestemming (een POI dat u selecteert). Deze route gebruikt u om naar een specifieke kant en klaar geladen of gebruikers-POI te gaan.
Routes 47 Een GOTO-route aanmaken Hier wordt de meest gebruikte manier beschreven om een GOTO-route aan te maken. 1. Druk op GOTO. 2. Kies uit de POI-database een bestemmings-POI. NB: Meer informatie over het zoeken van POI’s vindt u in het hoofdstuk Bezienswaardigheden in deze handleiding. 3. Druk op ENTER als het POI is gemarkeerd. 4. Als er al een GOTO actief is, verschijnt de vraag of u een nieuwe GOTO wilt aanmaken.
Routes 48 Een GOTO-route naar een kaartobject aanmaken Hiermee maakt u een GOTO-route aan naar een kaartobject (stad, hoofdweg, gebruikers-POI etc.) dat u hebt aangegeven door de draadkruiscursor op de schermkaart naar het kaartobject te brengen. 1. Schakel de eXplorist in cursormodus door vanuit de schermkaart dejoystick te bewegen. 2. Beweeg met de joystick de draadkruiscursor naar een punt op de kaart waar u naartoe wilt. 3. Druk op ENTER. 4.
Routes 49 Een multi-etapperoute aanmaken De eXplorist begint met een blanco lijst voor uw route en met behulp van uw opgeslagen gebruikers-POI’s kunt u de route samenstellen. Alle gereedschappen die u eventueel nodig hebt om een route aan te maken worden hier beschreven. De stappen om een multi-etapperoute aan te maken: 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Routes. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie . 5. Druk op ENTER. 6. POI toevoeg is gemarkeerd.
Routes 50 Een route activeren/inactiveren Een actieve route is de route waarop u op dit moment navigeert. Als u een route activeert, blijft dit de actieve route tot u deze uitschakelt (inactiveert) of totdat u een andere route kiest. GOTO’s worden automatisch geactiveerd zodra deze worden gecreëerd terwijl multi-etapperoutes handmatig moeten worden geactiveerd. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Routes. 3. Druk op ENTER. 4.
Routes 51 De bestemmingsetappe van een actieve route wijzigen Een gecreëerde route kan een groot aantal verschillende etappes hebben, allemaal met een eigen bestemming. Als u tijdens de reis één of meerdere etappes wilt overslaan, kunt u de etappe selecteren waarmee u wilt verdergaan. Uw geplande route begint op uw kampement. De eerste etappe leidt naar de brug. De tweede etappe loopt van de brug naar het stenen baken. Etappe 3 loopt van het stenen baken naar het rangerkwartier.
Routes 52 Een opgeslagen route bewerken. Opgeslagen routes kunnen op de volgende manieren worden bewerkt: een nieuwe etappe aan het eind van de route toevoegen(< POI toevoegen>), een route verwijderen (POI verwijderen), een nieuwe etappe invoegen (POI invoegen) of de bestemming van het ene POI naar het andere wijzigen (POI vervangen). 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Routes. 3. Druk op ENTER. 4. Navigeer naar het bestand dat de route bevat die u wilt bewerken.
Routes 53 Een route omkeren Met Route omkeren kunt u een opgeslagen route in omgekeerde volgorde opnieuw aanmaken. De eerder besproken voorbeeldroute, Kamp > Brug > Baken > Ranger > Zwemmen, wordt dan Zwemmen > Ranger > Baken > Brug > Kamp. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Routes. 3. Druk op ENTER. 4. Navigeer naar het bestand dat de route bevat die u wilt omkeren. (De eXplorist opent het standaardbestand automatisch.) 5. Druk op ENTER. 6.
Routes 54 Een route verplaatsen Hiermee kunt u een route tussen twee bestanden verplaatsen. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Routes. 3. Druk op ENTER. 4. Navigeer naar het bestand dat de route bevat die u wilt verplaatsen. (De eXplorist opent het standaardbestand automatisch.) 5. Druk op ENTER. 6. Markeer de naam van de route. 7. Druk op ENTER. 8. Markeer met de joystick de optie POI verplaatsen. 9. Druk op ENTER. 10.
Routes 55 Een route op de kaart bekijken Als u een route op de kaart bekijkt, kunt u de verschillende etappes van de route eenvoudiger onderscheiden. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Routes. 3. Druk op ENTER. 4. Navigeer naar het bestand dat de route bevat. Navigeer naar het bestand dat de route bevat die u wilt kopiëren. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer de naam van de route. 7. Druk op ENTER. 8. Markeer met de joystick de optie Zien op kaart. 9. Druk op ENTER.
Tracklogs 56 Tracklogs Als u reist, legt de eXplorist uw afgelegde weg continu vast. Net als het achterlaten van broodkruimels om later de weg terug te vinden kan de eXplorist “elektronische broodkruimels” op de kaart achterlaten. U hoeft zich hier echter geen zorgen te maken over dieren die uw routemarkeringen voor de terugweg opeten. Deze functie geeft de eXplorist een meerwaarde, zowel op het land als op het water.
Tracklogs 57 Actief trackloggen stoppen en hervatten Hier wordt de meest gebruikte manier beschreven om een GOTO-route aan te maken. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Tracklog. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer Actieve track. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer Loggen stoppen of Loggen hervatten. NB: De optie Loggen stoppen wordt alleen weergegeven als de actieve track wordt vastgelegd. Loggen hervatten wordt alleen weergegeven als de actieve track niet wordt vastgelegd. 7.
Tracklogs 58 Een actieve tracklog opslaan Hiermee kunt u de actieve tracklog van een naam voorzien en opslaan voor later gebruik. Hiermee wordt uw actieve route niet gewist maar slaat alleen de huidige actieve track op en voegt deze toe aan de lijst beschikbare tracklogs. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Tracklog. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Actieve track. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer Opsl. 7. Druk op ENTER.
Tracklogs 59 Een Terugwegroute creëren Een terugwegroute maakt gebruik van uw actieve track om een route te creëren die u terugbrengt naar uw startpunt en maakt hierbij gebruik van het spoor elektronische broodkruimels dat de eXplorist heeft achtergelaten. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Tracklog. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Actieve track. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer Terugweg. 7. Druk op ENTER. 8.
Tracklogs 60 De tracklog naar een route converteren Deze functie converteert de tracklog naar een multi-etapperoute die in uw routelijst wordt opgeslagen. Vanuit deze lijst kunt u de route eventueel bewerken. NB: Naar rout conv is beschikbaar voor actieve tracklogs en opgeslagen tracklogs. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Tracklog. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick Actieve track of een eerder opgeslagen track. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer Naar rout conv. 7.
Tracklogs 61 Werken met opgeslagen tracklogs Zoals eerder werd genoemd kunt u opgeslagen tracklogs naar een route converteren en kunt u opgeslagen tracklogs op de kaart bekijken. Er zijn drie specifieke functies die u alleen voor tracklogs kunt uitvoeren; volgen, omkeren en verwijderen van de track. Opgeslagen tracklogs volgen Met deze functie kunt u een opgeslagen track als multi-etapperoute opslaan.
Tracklogs 62 Een opgeslagen tracklog verwijderen Gebruik deze functie om eerder opgeslagen trackslogs te verwijderen, als u deze niet meer nodig hebt. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Tracklog. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick een eerder opgeslagen tracklog. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer Track verwijd. 7. Druk op ENTER. De opgeslagen tracklog wordt verwijderd en u gaat terug naar het scherm tracklog.
Tracklogs Een opgeslagen tracklog kopiëren Gebruik deze functie om een tracklog te kopiëren die is opgeslagen. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Tracklog. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick een eerder opgeslagen tracklog. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer Track kopiëren. 7. Druk op ENTER. 8. Selecteer de plaats waar u de tracklog wilt opslaan. 9. Markeer Hier kopiëren. 10. Druk op ENTER. 11. Voer op het weergegeven toetsenbord een nieuwe naam voor de tracklog in.
Geavanceerde functies 64 Geavanceerde functies De eXplorist heeft een aantal geavanceerde functies die het gebruik van het toestel zeer veelzijdig maken. Deze geavanceerde functies worden geopend vanuit het hoofdmenu en bestaan uit: • Berek.terrein: Deze functie berekent de oppervlakte en de omtrek van een door u gedefinieerde regio. • Vissen/jag: Deze functie geeft de beste jacht- en vistijden weer voor een door u opgegeven positie en datum.
Geavanceerde functies 65 Terreinberekening gebruiken Oppervlakteberekening gebruikt drie of meer door u geselecteerde POI’s om in een miniatuurkaartweergave een regio aan te maken en weer te geven. Vervolgens wordt van deze regio de oppervlakte en omtrek berekend. Oppervlakte berekenen 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Geav.functies. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer Berek. terrein. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer . 7. Druk op ENTER.
Geavanceerde functies 66 Beste vis-/jaagtijden berekenen Met deze functie kunt u de beste momenten voor vissen en jagen voor een door u te selecteren POI en datum weergeven. Jaag- en vistijden openen 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Geav.functies. 3. Druk op MENU. 4. Markeer met de joystick de optie Vissen/jag. 5. Druk op ENTER. 6. Het scherm Vissen/jag. wordt weergegeven met de door u ingestelde positie en de datum van vandaag. De positie wijzigen 1.
Geavanceerde functies 67 Zon- en maangegevens weergeven. Met de functie Zon/Maan kunt u voor elke POI in de database de tijden van het opgaan en ondergaan van de zon en maan maar ook de maanstanden weergeven. De functie Zon/Maan openen 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Geav. functies. 3. Druk op MENU. 4. Markeer met de joystick de optie Zon/Maan. 5. Druk op ENTER. 6. Het scherm Zon/Maan wordt weergegeven met de door u ingestelde positie en de datum van vandaag.
Geavanceerde functies 68 Het verticale profiel bekijken Verticaal profiel geeft het hoogteverloop van een door u geselecteerde tracklog weer. Dit kan de actieve tracklog of een opgeslagen tracklog zijn. Als u een detailkaart uit één van de MapSend Topgrafische softwarepakketten hebt geladen, kunt u ook het verticale profiel voor door u gecreëerde routes bekijken. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Geav. functies. 3. Druk op ENTER. 4.
Geavanceerde functies 69 De simulator gebruiken Als de simulatormodus van de eXplorist actief is, simuleert het toestel het volgen van een vooringestelde of opgeslagen route. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Geav. functies. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Simuleren. 5. Druk op ENTER. 6. De gewenste optie markeren: Uit - De simulator uitschakelen Auto - Een vooringestelde route gebruiken.
Geavanceerde functies 70 Communiceren met een personal computer Deze functie werk alleen als de eXplorist via de USB-poort op een personal computer is aangesloten. Verbinden met een Personal Computer 1. Schakel de eXplorist uit. 2. Sluit de pc-interfacekabel aan op de aansluiting op de achterkant van de eXplorist. 3. Sluit de USB-connector aan de interfacekabel aan op één van de USB-poorten van de personal computer. 4. Schakel de eXplorist in. 5.
Geavanceerde functies 71 Werken met bestanden op de personal computer U kunt met de bestanden werken die zijn opgeslagen in de eXplorist of met bestanden die zich op een SD card in de eXplorist bevinden (optioneel). Met de personal computer kunt u al deze bestanden verplaatsen, hernoemen, wijzigen of verwijderen. Bij het werken met opgeslagen bestanden moet voorzichtigheid worden betracht om ongewenste resultaten te voorkomen.
Magellan Geocache Manager 72 Magellan Geocache Manager Wat is Geocaching? Eenvoudig gezegd is geocaching een leuk, recreatief spel dat u met de eXplorist-ontvanger kunt spelen. Het wordt ook wel eens elektronische vossenjacht genoemd en dat is precies wat het is. Caches worden overal ter wereld verborgen en het is uw taak deze te vinden, terwijl u alleen in het bezit bent van de coördinaten van de schat en uw Magellan eXplorist.
Magellan Geocache Manager Magellan Geocache Manager gebruiken. 1. Open Magellan Geocache Manager met de Startknop in de Windows taakbalk. 2. Ga naar Programma’s en kies ‘Magellan > eXplorist 500 > Magellan Geocache Manager’. 3. Magellan Geocache Manager wordt geopend en er wordt een lege lijst geocachepunten weergegeven. 4. Bovenin het scherm worden de hoofdgereedschappen als pictogrammen weergegeven.
Magellan Geocache Manager 74 Magellan Geocache Manager gereedschappen De pictogrammen boven in het scherm vormen de meest eenvoudige manier om de belangrijkste functies te gebruiken. Hieronder vindt u een lijst van de pictogrammen, de bijbehorende sneltoets en de functies. Pictogram Naam Sneltoets Beschrijving Nieuw Ctrl+N Een nieuwe database aanmaken om geocachepunten op te slaan. Hiermee wordt de actieve database afgesloten, waarbij u eventuele wijzigingen kunt opslaan.
Magellan Geocache Manager 75 Met geocachebestanden werken Dit is een afbeelding van een voorbeeldgeocachebestand met een lijst geocachingpunten. U kunt de lijst wijzigen door punten te bewerken, te verwijderen of toe te voegen. U kunt ook andere gedownloade geocachepunten aan de lijst toevoegen maar volg daarbij de onderstaande aanwijzingen op. Als laatste worden er aanwijzingen gegeven over het selecteren van bestanden en het uploaden van deze bestanden naar de eXplorist.
Magellan Geocache Manager 76 Naar de Magellan eXplorist uploaden 1. Schakel de eXplorist uit en sluit deze aan op de USB-poort van uw computer. 2. Schakel de eXplorist in. Als deze juist is aangesloten verschijnt het scherm USB-bestandsoverdracht of wordt het menu Communicatie weergegeven. (Als het menu Communicatie wordt weergegeven, kies dan USB-bestandsoverdracht en druk op ENTER.) Als geen van deze schermen wordt weergeven is de aansluiting wellicht niet juist.
De eXplorist met MapSend gebruiken 77 De eXplorist met MapSend gebruiken Wat is MapSend? MapSend® is het assortiment detailkaarten voor Magellan handheld GPS-ontvangers. Het hart van de MapSend productlijn wordt gevormd door straatkaarten voor het rijden, topografische kaarten voor trekken, kamperen en jagen en zoet- en zoutwaterkaarten voor vissen en varen. MapSend-kaarten maken van uw eXplorist een krachtige oplossing voor reizen en recreatie buiten de deur.
De eXplorist met MapSend gebruiken 78 Overzicht van uploaddetails van MapSend naar de eXplorist. MapSend-software installeren. Volgens de bij het MapSend-product geleverde instructies moet de software eerst op uw personal computer worden geïnstalleerd. Voor dit overzicht wordt de MapSend Topo 3D gebruikt. Open MapSend en definieer een regio. Zoom in en zoek een gebied waarin u geïnteresseerd bent. Definieer met het gereedschap Nieuwe regio tekenen een nieuwe regio. Rechtsklik in de regio.
De eXplorist met MapSend gebruiken 79 Het scherm Klaar voor update wordt weergegeven met informatie over de regio die u opslaat. Klik op de knop Voltooien om de regio op te slaan. NB: MapSend slaat bestanden automatisch op een bepaalde plaats op. Het pad naar de opgeslagen bestanden is: Lokaal station C:\Program Files\Magellan\‘MapSend Product Name’\Export\Images.
De eXplorist met MapSend gebruiken 80 helemaal niet in het geheugen of gebruiken teveel geheugen dat u later nodig hebt voor het opslaan van POI’s en het aanmaken van routes. Selecteer de kaartregio’s die u wilt uploaden door op het selectievakje naast de regionaam in de lijst met kaartregio’s te klikken. Als er minstens één map is geselecteerd, wordt de knop Volgende actief gemaakt. Als u de kaartregio’s die u wilt uploaden hebt geselecteerd, klik dan op Volgende.
De eXplorist met MapSend gebruiken 9. 81 Navigeer door de folders en kies het POI, de route of de logbestanden die moeten worden verzonden. 10. Klik op Volgende >. 11. Een voortgangsbalk geeft aan wanneer de verzending is voltooid. 12. Klik op Volgende > en daarna op Voltooien om de verzending af te sluiten. 13. Open de MapSend-software en kies in het menu Waypoints of Track de opdracht Uit bestand laden... Kies het te converteren bestand.
Voorkeuren 82 Voorkeuren Bij Voorkeuren kunt u de eXplorist aan uw eigen wensen en behoeften aanpassen. Er zijn functies om het gebruik flexibeler te maken en functies om - indien nodig - het interne geheugen te beheren. Functies in Voorkeuren: • GPS herstarten (initialiseren) om de eXplorist zijn globale positie te geven, als het toestel uitgeschakeld is geweest en over een grote afstand is vervoerd. • Een manier om standaard mappen in te stellen voor het opslaan van POI’s, routes etc.
Voorkeuren 83 GPS herstarten Door GPS te herstarten kan de eXplorist zijn globale positie opnieuw bepalen. Doorgewinterde GPS-gebruikers kennen deze functie als intialiseren. Om te begrijpen wanneer u deze functie kunt gebruiken is een korte uitleg over de werking van de eXplorist op zijn plaats. De GPS-constellatie bestaat uit 24 satellieten en drie reserves die in een baan om de aarde draaien.
Voorkeuren 6. 84 Regio. Markeer met de joystick de wereldregio waar u zich bevindt. U kunt ook de coördinaten van uw huidige positie invoeren, als u die weet. Markeer hiervoor Enter Coord. Dit wordt zelden gebruikt en wordt niet in deze handleiding behandeld. 7. Druk op ENTER. 8. Gebied. Markeer met de joystick het gebied van uw locatie. De lijst met gebieden is afhankelijk van de in stap 6 gekozen regio. 9. Druk op ENTER. 10. Tijd. Voer met de joystick de huidige tijd in.
Voorkeuren 85 Actieve setup gebruiken Als u POI’s, routes en andere opgeslagen gegevens moet openen, spreekt de eXplorist automatisch het standaardbestand aan voor de specifieke gegevens waar u mee werkt. Deze standaardlocaties komen misschien niet overeen met uw eisen voor het opslaan van gegevens. In het onderdeel Actieve setup in Eigenschappen kunt u de standaardinstellingen aan uw eigen wensen aanpassen. In Actieve setup kunt u kiezen welke achtergrondkaart of detailkaart u wilt gebruiken.
Voorkeuren 86 Achtergrondkaart of detailkaart selecteren De eXplorist wordt geleverd met een standaard geïnstalleerde basiskaart maar u kunt met MapSend-software (optioneel leverbaar) uw eigen basiskaart definiëren. U kunt Actieve setup gebruiken om de achtergrondkaart te kiezen die u wilt gebruiken. Ook kunt u één van de andere MapSend softwarepakketten gebruiken om detailkaarten te definiëren en op te slaan in de eXplorist.
Voorkeuren 87 Eenheden kaart instellen Bij de optie Eenheden kaart in Voorkeuren kunt u kiezen in welke eenheden de navigatiegegevens, de noordreferentie, het coördinatensysteem en de kaartdatum door de eXplorist worden weergegeven. Navigatiemaateenheden selecteren De eXplorist kan navigatiegegevens weergeven in Miles/Yd/MPH, Miles/Ft/MPH, NM/Ft/Knopen, NM/M/Knopen of km/km/u. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Voorkeuren. 3. Druk op ENTER. 4.
Voorkeuren 88 Het coördinatensysteem kiezen Positiegegevens worden weergegeven in het bij Eenheden kaart gekozen coördinatensysteem. Het standaard systeem is latitude/longitude (Lat/Lon) en zal voor de meeste gebruikers voldoen. Ervaren gebruikers willen wellicht een coördinatensysteem kiezen dat overeenkomt met het systeem van de kaarten die ze gebruiken.
Voorkeuren 89 De kaartdatum kiezen Als de eXplorist wordt gebruikt in combinatie met een landkaart of zeekaart, moet u ervoor zorgen dat de kaartdatum van de eXplorist overeenkomt met de kaartdatum van de gebruikte land- of zeekaart. Deze informatie vindt u meestal in de legendasectie van de land- of zeekaart. De standaard kaartdatum van de eXplorist is WGS84 en moet in geval van twijfel worden gebruikt. 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Voorkeuren. 3. Druk op ENTER. 4.
Voorkeuren 90 Energiebeheer gebruiken Als u zich in het veld of op het water bevindt is de levensduur van de batterijen een aspect om in het oog te houden. Er zijn twee manieren om de levensduur van de batterijen substantieel te verlengen: 1) schakel de explorist uit als u deze niet gebruikt en 2) stel in hoe lang de schermachtergrondverlichting blijft branden.
Voorkeuren 91 De eXplorist individualiseren Met deze functie kunt u persoonlijke gegevens invoeren, die van belang kunnen zijn als u de eXplorist eventueel verliest. De naam die u invoert in het veld Naam verschijnt ook in het scherm Over... Uw eXplorist in stappen individualiseren: 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Voorkeuren. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Individualiseren. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer met de joystick het gegevensveld voor Naam. 7.
Voorkeuren 92 Geheugen wissen Met de functie Geheugen wissen in het menu Voorkeuren kunt u de volgende onderdelen wissen: • Geschiedenis Actieve track [Trackgeschiedenis] • Alle gebruikers-POI’s en routes [POI’s/Routes] • Alle multi-etapperoutes [Routes] • Alle trackgeschiedenis, gebruikers-POI’s en routes [Alles]. Hiermee wordt de eXplorist gereset naar zijn oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle door de gebruiker aangemaakte bestanden en mappen worden uit het interne geheugen verwijderd.
Voorkeuren 93 Routes wissen 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Voorkeuren. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Geheugen wissen. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer met de joystick de optie Routes. 7. Bevestig. Markeer met de joystick Ja om te bevestigen of Nee om te annuleren. 8. Druk op ENTER.
Voorkeuren 94 Alarmen en bieper instellen In Alarmsg. & bieper kunt u instellen hoe de bieper wordt gebruikt en kunt u uiteenlopende alarmen in- en uitschakelen. De alarmen die u kunt instellen: • Anker - Als u het ankeralarm inschakelt, waarschuwt de eXplorist u als het toestel de door u ingestelde afstand heeft afgelegd. Dit kunt u gebruiken als u uw boot voor anker hebt gelegd en u wilt worden gewaarschuwd als de boot van zijn ankerpunt afdrijft.
Voorkeuren 95 De bieper instellen 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Voorkeuren. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Alarmsg. & bieper. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer met de joystick het veld Bieper. 7. Druk op ENTER. 8. Kies: Uit, Alleen toetsen, Alleen alarmen of Toetsen & Alarmen. 9. Druk op ENTER. Alarmen instellen 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Voorkeuren. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Alarmsg.
Voorkeuren 96 De klok instellen Onder normale omstandigheden hoeft u de klokinstellingen nooit te wijzigen, behalve als u overgaat naar een andere tijdzone. De eXplorist ontvangt zijn tijdgegevens van de atoomklok in de GPS-satelliet en is extreem nauwkeurig. Behalve het instellen bij het overgaan naar een andere tijdzone kunt u ook de indeling instellen waarin de tijd wordt weergegeven en de zomertijdinstellingen.
Voorkeuren 97 Zomertijd instellen 1. Druk op MENU. 2. Markeer met de joystick de optie Voorkeuren. 3. Druk op ENTER. 4. Markeer met de joystick de optie Klok. 5. Druk op ENTER. 6. Markeer met de joystick het veld Locatie. 7. Druk op ENTER. 8. Markeer met de joystick het veld Locatie. 7. Druk op ENTER. 8. Kies Verenigde Staten, Europese Unie, Aanpassen of Uitschakelen. 9. Druk op ENTER. 10. Bij Aanpassen: U moet de gegevens voor start en einddatum van de zomertijd invoeren.
Specificaties 98 Prestatie Ontvanger 14 parallelle kanalen, volgt maximaal 14 satellieten om gegevens te berekenen en bij te werken. Antenne Via plugaansluiting Acquisitietijd (optimale condities) Warm minder dan 1 minuut Koud minder dan 2 minuten Verversingssnelheid 1 maal per seconde Precisie Positie < 7 meter, 95% 2D RMS w/WAAS/EGNOS < 3 meter, 95% 2D RMS Snelheid 0,1 knopen RMS in stabiele toestand Snelheid 951 MPH - 1530,5 km/u Hoogte 60.000 voet - 18.
Specificaties 99 Coördinatensystemen Beschikbaar 11 en 1 gebruikersgrid Lat/Lon, UTM, OSGB, Iers, Zwitsers, Zweeds, Fins, Duits, Frans, USNG en MGRS Routes Totaal Onbeperkt (bij gebruik van SD cards) GOTO-route Terugwegroute Lengte naam 10 karakters (inclusief spaties) Tracklogs Totaal Onbeperkt (bij gebruik van SD cards) met Actieve track Bezienswaardigheden Door gebruiker ingevoerd Totaal Onbeperkt (bij gebruik van SD cards) Lengte naam 20 karakters (inclusief spaties) Intern (geïntegreerd i
Accessoires 100 Verbreed het gebruik van uw Magellan eXplorist tijdens uw reizen met de accessoires uit de Magellan Online Store. Draagtas Deze speciaal voor de Magellan eXplorist ontworpen robuuste zwarte canvas draagtas is eenvoudig te bevestigen aan onze gordel of pakriem. Deze tas heeft handige vakken voor het meenemen van extra batterijen. Bescherm uw Magellan eXplorist onderweg of bij het opbergen.
Contact opnemen met Magellan 101 Contact opnemen met Magellan De nu volgende informatie is belangrijk in het geval u ondersteuning voor uw Magellan eXplorist nodig hebt. U kunt uw vragen of opmerkingen dan direct aan de juiste persoon bij Thales Navigation richten.
Contact opnemen met Magellan 102 Contact opnemen met Magellan in Europa Technische ondersteuning en garantieservice Draai voor Magellan productondersteuning en serviceinformatie in het Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Nederlands, Noors, Fins en Deens het gratis telefoonnummer: 00800MAGELLAN* ( 00800 62435526) van 09:00 tot 18:00 uur GMT & GMT+1 of stuur een e-mail in het Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Nederlands, Noors, Fins of Deens naar: magellansupportfr@thalesnavigation.