Magellan® Triton™ Handleiding Magellan Triton 200 Magellan Triton 300 Magellan Triton 400 Magellan Triton 500 Magellan Navigation, Inc.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De Magellan Triton is een navigatiehulp ontworpen om u te begeleiden naar uw gekozen bestemming. Wanneer u de Magellan Triton gebruikt, moeten deze veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om ongevallen te voorkomen die kunnen leiden tot verwondingen of overlijden van uzelf of anderen: GEBRUIK UIT VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN GEEN NAVIGATIETOESTEL TERWIJL U EEN VOERTUIG BESTUURT. Probeer geen instellingen van de Magellan Triton te wijzigen terwijl u een voertuig bestuurt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN FCC-verklaring betreffende storingen Dit toestel is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen van een digitaal apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming tegen schadelijke storingen in woongebieden te bieden.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IC-verklaring Het gebruik is aan de volgende twee voorwaarden onderhevig: 1. 2. Dit apparaat mag geen storing veroorzaken. Dit apparaat moet storingen accepteren, inclusief storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken. BELANGRIJK: IC-verklaring betreffende blootstelling aan straling: Deze apparatuur voldoet aan de IC-beperkingen die gelden voor blootstelling aan straling in een ongecontroleerde omgeving.
Inhoud Inhoud ...................................................................................................................................................1 Basisinformatie .....................................................................................................................................1 Navigatieschermen ................................................................................................................................3 Overzicht Kaartscherm ............................
Een Ga naar waypoint route annuleren ............................................................... 12 Een Waypoint bewerken ................................................................................... 13 Een Waypoint verwijderen ................................................................................. 13 Een Waypoint kopiëren ..................................................................................... 13 Plaatsen .....................................................................
Volume & helderheid instellen .......................................................................... 22 Geheugen .................................................................................................................... 23 Geheugengebruik bekijken ................................................................................ 23 Geheugen wissen ............................................................................................. 23 Fabrieksinstellingen herstellen .....................
Basisinformatie De Magellan Triton is een handheld GPS-ontvanger die speciaal werd ontworpen voor buitenmensen. Hij is eenvoudig in gebruik, maar krachtig genoeg om u door de ruwste terreinen te leiden of om u elk jaar opnieuw de weg te wijzen naar dezelfde visplek. Hieronder volgen enkele van zijn mogelijkheden: • Waypoints opslaan die eventueel afbeeldingen kunnen bevatten om de ervaring compleet te maken. (Alleen voor de Magellan Triton 400 en 500.
A B E D F G C I H Basisinformatie A Achtergrondverlichting. Druk hierop om een van de 3 intensiteitsniveaus voor de achtergrondverlichting te selecteren of om deze uit te schakelen. B Aan/uit-knop C Sleuf SD card (alleen voor de Magellan Triton 400 en 500) D ZOOM - knop (uitzoomen) E ZOOM + knop (inzoomen) F ENTER knop en cursorbesturing G PAGE/GO TO. Druk hierop om de navigatieschermen te doorlopen. H ESC knop escape of annuleren I MENU knop.
Navigatieschermen Het Kaartscherm is het meest gebruikte scherm in de Magellan Triton. Het is vereenvoudigd om u de beste outdoorervaring te kunnen bieden evenals toegang tot alle informatie die u nodig hebt.
Knoppen Wanneer het Kaartscherm geactiveerd is, bieden de knoppen op de Magellan Triton extra invoermogelijkheden en functies. Menu Biedt toegang tot het Hoofdmenu PAGE/GO TO Schakelt door de navigatieschermen.
Scherm Huidige positie Het scherm Huidige positie geeft algemene informatie over uw huidige positie. Groot gegevensscherm In dit scherm kunt u vier navigatievelden weergeven in een groot lettertype dat eenvoudig leesbaar is, zelfs op afstand.
Het scherm Kompas Het scherm Kompas geeft uw koers weer op een duidelijke kompasafbeelding. Buiten het kompas wordt de relatieve stand van de zon en de maan weergegeven. Bovendien wordt er - als er een route actief is - een pictogram weergegeven dat uw volgende bestemming aanduidt waardoor het makkelijk is om de koersindicator (in het kompas) af te stemmen op uw bestemming.
Gebruik van het toetsenbord De Magellan Triton geeft een toetsenbord weer op het scherm wanneer gegevens moeten worden ingevoerd. Eenmaal u de diverse onderdelen van het toetsenbord goed hebt begrepen, wordt het invoeren van gegevens kinderspel. Het toetsenbord Het toetsenbord kan worden gebruikt om namen, notities, latitude, longitude of gegevens in te voeren die de gebruiker moet ingeven.
Het menu Creëren Via het menu Creëren krijgt u toegang tot de functies die u nodig hebt om waypoints, paden, geocaches en routes te creëren. Het menu Creëren openen 1. Druk vanuit het Kaartscherm op de knop MENU. 2. Markeer ‘Creëren’ en druk op Enter. Waypoints Een Waypoint creëren 1. Open het hoofdmenu, markeer ‘Creëren’ en druk op Enter. 2. Markeer ‘Waypoint’ en druk op Enter. 3. Selecteer ‘Huidige positie’, ‘Punt op kaart’ of ‘Coördinaten’.
Pad Een pad creëren vanuit Huidige track-geschiedenis 1. Open het hoofdmenu, markeer ‘Creëren’ en druk op Enter. 2. Selecteer ‘Pad’ in het menu Creëren. 3. Selecteer ‘Huidige track’. 4. Gebruik het toetsenbord om een naam voor het pad in te voeren. (De standaardnaam ‘PadXXX’ zal worden gebruikt als er geen naam wordt ingevoerd.) 5. Wanneer de naam volledig is ingevoerd, markeert u drukt u op Enter.
Geocache Een Geocache creëren 1. Open het hoofdmenu, markeer ‘Creëren’ en druk op Enter. 2. Selecteer ‘Geocache’ in het menu Creëren. 3. Selecteer ‘Huidige positie’, ‘Punt op kaart’ of ‘Coördinaten’. ‘Huidige positie’ geeft het Waypointscherm weer met de coördinaten voor uw huidige positie. ‘Punt op kaart’ geeft het Kaartscherm weer. Schuif over de kaart tot de schuifcursor zich op het punt bevindt waarvoor u het waypoint wilt creëren en druk op Enter.
Route Een Route creëren 1. Open het hoofdmenu, markeer ‘Creëren’ en druk op Enter. 2. Selecteer ‘Route’ in het menu Creëren. 3. Selecteer de startpositie voor de route. ‘Huidige positie’ geeft het Waypointscherm weer met de coördinaten voor uw huidige positie. ‘Punt op kaart’ geeft het Kaartscherm weer. Schuif over de kaart tot de schuifcursor zich op het punt bevindt waarvoor u het waypoint wilt creëren en druk op Enter. Het Waypointscherm wordt weergegeven met de coördinaten voor de schuifcursor.
Het menu Ga naar Via het menu Ga naar krijgt u toegang tot de functies gebruikt om Ga naar routes en opgeslagen routes te activeren. Het menu Ga naar openen 1. Druk vanuit het Kaartscherm op de knop MENU. 2. Selecteer ‘Ga naar’ en het menu Ga naar zal worden weergegeven. Waypoints Naar een Waypoint gaan 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Ga naar’. 2. Waypoint selecteren. 3. Markeer een waypoint in de lijst met opgeslagen waypoints en druk op Enter. 4. Selecteren 5.
Een Waypoint bewerken 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Ga naar’. 2. Waypoint selecteren. 3. Markeer een waypoint in de lijst met opgeslagen waypoints en druk op Enter. 4. Selecteren 5. Het Waypointinformatiescherm wordt weergegeven. 6. Selecteer het veld dat u wilt bewerken (pictogram, naam, positie, hoogte of opmerkingen) en druk op Enter. 7. Gebruik het toetsenbord om informatie in te voeren. 8. Selecteer 9. Gebruik de knop PAGE/GO TO om de instelling waypointalarmen te openen. .
Plaatsen Een Ga naar route creëren naar een plaats 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Ga naar’. 2. Selecteer ‘Plaats’ uit het menu Ga naar. 3. Selecteer de kaart die u wilt gebruiken. (Basiskaarten bevatten een beperkt aantal plaatsen waaruit u kunt kiezen. Detailkaarten omvatten een uitgebreide reeks oriëntatiepunten.) 4. Als u ‘Detailkaart’ hebt geselecteerd, kies dan een detailkaart en druk op Enter. 5. Selecteer een categorie en druk op Enter. 6.
Moeilijkheid: Wijs een moeilijkheidsgraad toe aan de cache. Terrein: Geef het type terrein aan waarin de cache zich bevindt. GCType: Type Geocache. Tip: Veld voor het invoeren van tips over de cache. Plaatser: Naam van de persoon die de cache heeft verborgen. Datum: Datum waarop de cache werd gecreëerd. 5. Markeer 6. Markeer en druk op Enter om de Ga naar te activeren. en druk op Enter. Een Geocache Ga naar route annuleren 1. Druk vanuit het Kaartscherm op de knop Contextmenu. 2.
Route Een route activeren 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Ga naar’. 2. Selecteer ‘Route’ uit het menu Ga naar. 3. Selecteer een opgeslagen route. 4. Markeer 5. Markeer en druk op Enter om de route te activeren. en druk op Enter. Een actieve route annuleren 1. Druk vanuit het Kaartscherm op Enter om het contextmenu weer te geven. 2. Selecteer ‘Route annuleren’ 3. Markeer en druk op Enter om de routeannulering te bevestigen. Een route kopiëren 1.
Een route verwijderen 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Ga naar’. 2. Selecteer ‘Route’ uit het menu Ga naar. 3. Selecteer een opgeslagen route. Selecteer 4. Druk op de knop PAGE/GO TO. 5. Selecteer ‘Route verwijderen’. 6. Markeer en druk op Enter. en druk op Enter om te bevestigen. Terugwegroute Een Terugwegroute creëren 1. Druk vanuit het Kaartscherm op de knop Contextmenu. 2. Selecteer ‘Terugweg’. 3. Selecteer en druk op Enter om het creëren van een Terugwegroute te bevestigen.
Menu weergeven Lokale info De optie Lokale info geeft informatie over getijden en stromingen (als er een detailkaart is geïnstalleerd met getijden- en stromingeninformatie), de beste vis- en jaagtijden, evenals informatie over de opgang/ondergang van zon en maan. Beste vis- en jaagtijden voor huidige positie weergeven 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Markeer ‘Lokale info’ en druk op Enter. 3. Markeer ‘Vissen & jagen’ en druk op Enter. 4.
Gebruikersprofielen U kunt gebruikersprofielen instellen voor verschillende functies van de Magellan Triton. Het laden van deze profielen is kinderspel. Gebruikersprofielen activeren 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer ‘Profielen’ 3. Selecteer ‘Wandelen’, ‘Marine’ of ‘Geocaching’. 4. Druk op de knop PAGE/GO TO om toegang te krijgen tot de weergaveopties. Druk nogmaals op de knop PAGE/GO TO om toegang te krijgen tot de kaartopties.
Kaartopties Kaartdetails Laag, Gemiddeld, Hoog Waypointnamen Aan of uit Geeft waypointnamen weer op het kaartscherm. Geocachepictogrammen Niet gevonden, Alles, Uit Geeft geocachewaypointpictogrammen weer op het kaartscherm. Plaatsnamen Aan of uit Geeft namen van waypoints opgeslagen in de ontvanger weer als plaatsen. Padlijnen Aan of uit Toont de padlijnen (track) op het kaartscherm. Oriëntatie Noord, Koers, Track Stelt de oriëntatie in voor de bovenkant van het display.
Tracks Verticaal profiel van track bekijken 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer tracks. 3. Selecteer Verticaal profiel. 4. Met een huidige track in het geheugen wordt het verticale profiel weergegeven. Een track als pad opslaan 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer tracks. 3. Selecteer Track opslaan. 4. Selecteer op basis van welke track u een pad wilt aanmaken. 5. Gebruik het toetsenbord om een naam voor het pad in te voeren.
Kaarten Kaartinformatie weergeven 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer ‘Kaarten’ om de gegevens van de geïnstalleerde achtergrondkaart en de detailkaart (indien geladen) te bekijken. 3. Selecteer OK om af te sluiten. Instellingen Navigatie Navigatieopties instellen 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer Instellingen. 3. Selecteer Navigatie.
Geheugen Geheugengebruik bekijken 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer Instellingen. 3. Selecteer geheugen 4. Selecteer Gebruik weergeven. Geheugen wissen 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer Instellingen. 3. Selecteer Geheugen wissen. 4. Bevestig. (Let op bij het gebruiken van deze optie.) Fabrieksinstellingen herstellen 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer Instellingen. 3.
Over Informatie weergeven over de Triton-ontvanger 1. Open het Hoofdmenu en selecteer ‘Weergeven’. 2. Selecteer Instellingen. 3. Selecteer Over 4. Selecteer ‘Versie’, ‘Copyright’ of ‘Eigenaar’. ‘Versie’ geeft informatie weer over de versies van firmware, toepassingen en kaarten. ‘Copyright’ geeft copyrightinformatie weer over de Magellan Triton. ‘Eigenaar’ geeft informatie weer over de eigenaar van de Magellan Triton.